Op een pluimveehouderij in Diksmuide is vogelgriep van het type H5 vastgesteld.
Verder onderzoek moet uitwijzen of het om een hoog of laag pathogene variant gaat. Rond de nieuwe haard is een tijdelijke bufferzone van 3 km ingesteld. Dat maakt het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV) bekend.
De besmettingen werden vastgesteld in een braadkippenbedrijf waar een licht verhoogde sterfte onder het pluimvee werd opgemerkt. Om een verdere verspreiding van het virus tegen te gaan, geldt er een tijdelijke bufferzone van 3 km. Indien verdere resultaten uitwijzen dat het om een hoog pathogene variant gaat, zullen de maatregelen worden uitgebreid, aldus het FAVV.
De nieuwe besmetting brengt het aantal besmettingen bij pluimvee met het vogelgriepvirus H5 in ons land op drie. Eerder werd de hoogpathogene variant vastgesteld op een pluimveehouderij in Menen en bij een hobbyhouder in Dinant. Verder zijn ook besmettingen vastgesteld bij wilde vogels op een tiental locaties in West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen. In heel het land blijft de ophokplicht van pluimvee gelden, ook voor particulieren.
Niet gevaarlijk voor mensen
In Menen is woensdagnacht het beschermingsgebied (3 km rond de haard), dat op 26 november werd ingesteld, versmolten met het toezichtsgebied (10 km rond de haard). Dit toezichtsgebied zal naar alle verwachtingen kunnen worden opgeheven in de nacht van 25 op 26 december. Het blijft belangrijk dat de professionele bedrijven de bioveiligheidsmaatregelen goed opvolgen, aldus het FAVV. Het vogelgriepvirus dat momenteel circuleert is niet overdraagbaar op mensen. De consument loopt geen enkel risico. Het vlees en de eieren van pluimvee kunnen in alle veiligheid worden geconsumeerd.
