N‑VA-schepen wil stedenband met Banjul stopzetten, oppositie spreekt over “historische vergissing”
De oppositie in Oostende heeft kritiek op de beslissing van N-VA om de stedenband met de Afrikaanse zusterstad Banjul na 20 jaar stop te zetten. Volgens N-VA-schepen Maxim Donck liggen de prioriteiten elders. Hij wijst bijvoorbeeld op de nood aan kinderopvang. "Een historische fout", zegt de oppositie. Voor Groen komt er desnoods een referendum.
Ruim 1200 jongeren uit Oostende gingen de laatste twintig jaar op inleefreis naar de Gambiaanse hoofdstad Banjul. Maar al tijdens de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen bleek N-VA Oostende een koele minnaar van de stedenband. Vorige week besliste de partij die in de meerderheid zit, om de jarenlange samenwerking op te blazen.
"Een historische vergissing", volgens oppositiepartij Trots op Oostende. "Een structurele band van 20 jaar blaas je niet op met een persbericht. Je kunt evalueren en analyseren, maar nu is het stadsbestuur ongeïnteresseerd en ongeïnformeerd", zei voormalig schepen Silke Beirens op de Oostendse gemeenteraad.
Schulden
Het is de nieuwe Oostendse schepen Maxim Donck (N-VA) die de samenwerking in 2026 wil doen ophouden. Hij voorziet dit jaar wel nog 40.000 euro voor Banjul. De beslissing komt er volgens hem omdat Oostende schulden heeft. "Het gaat om een jaarlijkse begroting van 200.000 euro, ik vind dat veel geld. Zeker voor een stad met 260 miljoen euro schulden."
Maar volgens de oppositie zal de stopzetting met de Gambiaanse stad geen verschil maken voor de schuldenberg. "Het gaat hier over een Europees project. De schepen doet alsof we zo miljoenen gaan besparen, terwijl de schulden van Oostende hiermee niet verdwijnen", zegt Beirens.
Ook binnen de meerderheid Vooruit-N-Va zou het stilleggen van de stedenband niet afgeklopt zijn. Groen overweegt handtekeningen te verzamelen en een referendum te organiseren om Oostendenaars zelf te laten beslissen.