West-Vlaanderen opnieuw laten zoemen, dat is het doel van het zevende West-Vlaams bijensymposium in Koekelare. In ons land leven meer dan 400 soorten bijen, maar die vinden alsmaar moeilijker een geschikte leefomgeving. Met een nieuwe kruisbestuiversplan wil de provincie samen met 20 gemeentes en natuurorganisaties de bijen meer ruimte geven.
In onze provincie leven meer dan 200 bijen, sommigen komen zelfs alleen hier voor. Maar de bijen hebben het steeds moeilijker om een geschikt plekje te vinden. En daar wil het West-Vlaams kruisbestuiversplan verandering in brengen. Yannick Verstraete, Regionaal landschap Houtland & Polders: “Het erkent eigenlijk de problematiek en het belang van bijen en insecten. En het wil eigenlijk niet bij de pakken blijven zitten, maar eigenlijk wel de boel doen keren. En ervoor zorgen dat we met z’n allen samen zorgen dat bijen hier terug een plek vinden in West-Vlaanderen.”
“We willen niet bij de pakken blijven zitten, wij willen de boel doen keren.”
Zo’n 20 gemeentes zetten alvast hun schouders onder het plan en kunnen daarvoor rekenen op steun van de provincie. Jurgen Vanlerberghe, gedeputeerde voor Milieu, Natuur en Landschap: “Op vlak van beheer van openbaar domein zijn heel veel lokale besturen zoekende: hoe kunnen we onze bermen misschien wat anders gaan beheren? Zodat die habitat voor die insecten een stuk rijker, vriendelijker, beter wordt. Dus daar gaan we de gemeenten in ondersteunen.”
Iedereen kan helpen
Iedereen kan trouwens z’n steentje bijdragen. Met kleine ingrepen kan je al een wereld van verschil maken. “Je moet ook rekening houden dat veel solitaire bijen eigenlijk niet verder vliegen dan 100 meter. En daarin moeten ze eten zoeken, paren, een nestje bouwen. Dat alles op korte afstand, maar dat betekent dat je eigenlijk ook in een kleine tuin een habitat kan voorzien voor die wilde bijen. En dan kan je heel simpele dingen doen: geen schrik hebben om eens een boom te planten, wat struiken voorzien, je gras eens laten groeien. Gewoon zorgen voor heel veel diversiteit. Het zijn heel simpele ingrepen, die een groot verschil maken.”
