Mestoverschotten duurzaam verwerken
Nitroman. Zo heet het Interregproject dat Vlaamse en Nederlandse landbouwers uit de grensregio wil ondersteunen bij het beheer van hun meststoffen. Europa financiert het project met 700.000 euro verdeeld over de 11 projectpartners in België en Nederland. Inagro vzw, het kenniscentrum voor land- en tuinbouw, wil als projectleider alle partners opvolgen en ondersteunen waar nodig.
Inagro organiseert proefveldbezoeken en studiedagen, om landbouwers te overtuigen hun kunstmest door herwonnen meststoffen te vervangen.
Vlaanderen en Zuid-Nederland kampen met een mestoverschot dat verwerkt of geëxporteerd moet worden, terwijl de landbouwers daarnaast nog steeds kunstmest moeten aankopen om hun bodem vruchtbaar te houden. Dat kunstmest wordt vaak op een energie-intensieve manier geproduceerd. Het zou dus duurzamer en efficiënter zijn om het bestaande mestoverschot op een verantwoorde manier lokaal te kunnen verwerken en gebruiken, op voorwaarde dat dit geen risico’s voor het milieu met zich meebrengt.
“We willen de landbouwer bewust maken van de producten en de werking ervan, om ze te overtuigen hun kunstmest door herwonnen meststoffen te vervangen.”
“Samen met partners Detricon en Strocon onderzoeken we twee marktklare technologieën: stripping-scrubbing en membraanfiltratie”, vertelt projectverantwoordelijke Ines Verleden van Inagro. Bij stripping-scrubbing recupereren we ammoniak uit mest door er lucht of stoom doorheen te sturen. Daardoor ontstaat er gas. Dat gas wordt dan in contact gebracht met zwavelzuur, waardoor er ammoniumsulfaat ontstaat. Dat wordt dan als kunstmest gebruikt.
Door de klimaatverandering wordt het grondwater steeds zouter. Bij membraanfiltratie wordt het zout uit het grondwater gehaald. Het grondwater wordt tegen hoge druk tegen een speciaal membraan gedrukt, dat alleen water doorlaat. Daardoor gaan alle onzuiverheden uit het water. Tot slot worden er mineralen aan het water toegevoegd, waardoor het bruikbaar is om de gewassen te besproeien.
Europa heeft in zijn ‘SafeManure project’ strenge regels voor meststoffen. De nieuwe producten hebben een groot potentieel om als kunstmest te worden goedgekeurd. Op dit moment vallen ze nog binnen de categorie ‘dierlijke mest’, waarvan er jaarlijks maar maximaal 170 kg stikstof per hectare mag bemest worden. Eenmaal deze “herwonnen meststoffen” als kunstmest zouden worden gelabeld, kan de landbouwer de bemesting met de bewerkte eigen mest invullen in plaats van kunstmest te moeten aankopen.
“We organiseren van proefveldbezoeken en studiedagen. Hiermee willen we de landbouwer laten kennis maken met de producten en hen vertrouwd te maken met de werking ervan. We willen hen overtuigen hun kunstmest door herwonnen meststoffen te vervangen”, aldus projectverantwoordelijke Ines Verleden.
Klankbordgroep
Het Vlaams Coördinatiecentrum voor Mestverwerking of VCM is verantwoordelijk voor de communicatie van het Nitroman-project. ”Wij onderhouden de website, versturen nieuwsbrieven en persberichten, organiseren bedrijfsbezoeken en bezoeken aan proefboerderijen en hebben een klankbordgroep opgericht”, aldus adviseur Thomas Vannecke.
Bij die klankbordgroep, die op regelmatige tijdstippen samenkomt tijdens de duur van het project Nitroman, worden de knelpunten van het project aangepakt. Tot de klankbordgroep kunnen alle geïnteresseerde vertegenwoordigers uit de landbouwsector behoren, maar ook constructeurs van nutriënten toetreden. Alle deelnemers kunnen voordeel halen uit de besprekingen van de klankbordgroep en de resultaten van Nitroman.
Taalfout opgemerkt?
Heb je een taal- of schrijffout opgemerkt in dit artikel?