Wetenschappers van de Universiteit Gent werpen een verrassend licht op de bloeiende handel die tijdens de middeleeuwen bestond tussen Brugge en haar voorhavens langs het Zwin enerzijds, en het Balticum en Scandinavië anderzijds.
Hun bevindingen zijn recentelijk gepubliceerd in In het toonaangevende Journal of European Archaeology. Tijdens een onderzoek rond de middeleeuwse voorhavens van Brugge werden onverwacht honderden ronde, veelkleurige stenen aangetroffen op akkers. Die werden ook als bouwmateriaal hergebruikt in de boerderijen en monumenten in het Zwingebied (Oostkerke, Hoeke, Damme, Sluis). Geologisch onderzoek heeft nu aangetoond dat deze stenen een exotische oorsprong hebben en dus massaal naar Vlaanderen zijn geïmporteerd. Zij werden opgeraapt langs de zuidelijke kusten van de Baltische Zee, het thuisgebied van de Duitse Hanse (Bremen, Lübeck, Wismar) en op specifieke plaatsen langs de Schotse Noordzeekust.
Ballast
De schippers van koggen uit de Hanse gebruikten de stenen om hun schepen die geladen waren met lichte vrachten zoals stokvis, te verzwaren voor een stabiele vaart vanuit het noorden, naar de handelsmetropool Brugge. De honderden stenen die achterbleven op de site van de verdwenen haven van Hoeke duiden niet enkel op het bestaan van een 13de eeuwse Hanseatische handelskolonie op deze plaats, ze roepen ook vragen op waarom de stenen net daar achterbleven. Historisch onderzoek wijst er op dat die ballaststenen in Vlaanderen werden achtergelaten in de plaats van Vlaams zand dat werd opgebaggerd en aangekocht als ballast voor de terugvaart. Dit zand werd vervolgens in het noorden verder verhandeld, wellicht om te gebruiken in mortels. Het is de vroegste aanduiding van het ontginnen van zand voor handelsdoeleinden in Vlaanderen.