Minder spoorlopers in West-Vlaanderen, mede dankzij intelligente afsluiting
Na een lange periode van minder spoorlopers is er voor het eerst in vijf jaar opnieuw een stijging van het aantal officiële meldingen van spoorlopers. Vorig jaar waren er 649 gevallen. Ook het aantal dodelijke slachtoffers is gestegen: 6 tegen 5 een jaar eerder.
Aan de andere kant ook positief nieuws voor de provincie West-Vlaanderen. In 2022 waren er minder spoorlopers dan in 2021: 42 en een daling van 14 procent. Dat is beter dan de drie slechtste leerlingen van de klas: Oost-Vlaanderen (93, +11%), Henegouwen (88, +38%) en Antwerpen (70, +27%).
In Limburg waren er elf meldingen van spoorlopers, terwijl dat er in 2021 nog 22 waren.
10 uur vertraging
Wanneer iemand op, over of naast de sporen loopt waar dat niet mag, verstoort dat het treinverkeer. Vaak moeten treinen stoppen of trager rijden. In het ergste geval ligt het treinverkeer ook drie tot vier uur stil wanneer er effectief een aanrijding is.
In 2022 liepen treinen gemiddeld 10 uur vertraging per dag op. "Een triestig record en bijna een verdubbeling in vergelijking met 2021", klinkt het bij spoorwegbeheerder Infrabel.
Oorzaken
Uit de statistieken blijkt ook dat bijna de helft (43%) van de spoorlopers dat doet tussen 15 uur en 19 uur. Grotendeels dus in de avondspits met een piek in de laatste twee uren van de avondspits. Vooral in juni zijn er veel spoorlopers en het gebeurt ook vaak op woensdagen en vrijdagen.
Uit onderzoek blijkt dat het nemen van een kortere weg de belangrijkste oorzaak is, gevolgd door wandelen bij de sporen en het spoorwegdomein dat aanzien wordt als een goede plaats om te verzamelen.
Afsluitingen
Het Belgische spoor heeft ongeveer 3.600km aan spoorlijnen. "Het is onmogelijk om die allemaal af te sluiten. Daarom concentreren we ons op de zogenaamde hotspots", zegt Thomas Baeken van Infrabel. "Dat zijn plaatsen waar er meer spoorlopers zijn dan op andere plaatsen. In totaal zijn er 49." (Lees verder onder de video.)
