Contactopsporing van covid-patiënten op lokaal niveau kan tegen eind deze week met de gegevens van de Vlaamse callcenters. Dat heeft Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke aangekondigd in het AZ Delta in Roeselare.
Tegen eind deze week kunnen lokale besturen in kaart brengen met wie een coronapatiënt contact had. Dat gebeurt via de eerstelijnszones voor zorg: zij krijgen daarvoor toegang tot de databank van de crisiscel, met daarin ook individuele gegevens van patiënten.
"Het is belangrijk dat we dat doen op niveau van een eerstelijnszone," zegt minister Beke. "Omdat je daar toch de verschillende stakeholders samenbrengt. Niet elke gemeente of stad heeft een ziekenhuis. De zorgactoren spelen een belangrijke rol, en die kunnen met elkaar werken en elkaar versterken."
Tot nu toe was dat nog niet het geval, en daarom was Welzijnsintercommunale W13 in Zuid-West-Vlaanderen al begonnen met een eigen systeem. Dat dubbel werk hoeft dus niet meer: Ze zullen aanvullend kunnen werken met de nationale contactopsporing.
"Wij kunnen vanuit Brussel niet elke fietsclub of elk café kennen," zegt Beke. "We kunnen niet elk causaal verband in elke vereniging in kaart brengen. Dat bronnenonderzoek of clusteronderzoek is belangrijk om die linken te kunnen leggen."