In een nieuwe studie plaatst de energieregulator Creg serieuze vraagtekens bij de opslag van energie via pompcentrales. De Creg brandt indirect de plannen voor een energieatol in de Noordzee af.
De plannen voor de bouw van een energieopslagproject in de Noordzee krijgen tegenwind. Het consortium iLand met de baggeraars DEME en Jan De Nul, de stroomproducent Electrabel en enkele investeringsfondsen wil voor de kust van De Haan een atol bouwen. De binnenkant van het atol, een gigantisch reservoir, kan leeggepompt worden als er een overschot is aan windenergieproductie op zee. Door het reservoir later vol te laten lopen kan stroom worden geproduceerd via waterkrachtturbines.
De regering besliste onlangs nog geen concessie toe te kennen aan iLand. Minister van Energie Marie-Christine Marghem (MR) kreeg de opdracht om het dossier verder uit te spitten.
In een recente studie over de rendabiliteit van de energieopslag in België roept de CREG de regering op om energieopslag te stimuleren. Maar de energiewaakhond is kritisch over de combinatie van pompen en turbines. Zo wijst de CREG erop dat de kosten sterk afhangen van de gekozen locatie. De bouw van een stuwmeer genre Coo op land is uiteraard veel goedkoper dan een atol in de Noordzee van dezelfde omvang. Zo'n atol zou trouwens een wereldprimeur zijn.
De energiewaakhond wijst er ook op dat dergelijke energieprojecten investeringen zijn op zeer lange termijn, met afschrijvingstermijnen van 50 jaar. Maar visibiliteit op inkomsten is er daarentegen echter vaak maar voor de komende 36 uur. Dat heeft tot gevolg dat de commerciële risico's van dergelijk project erg groot zijn.
De CREG vergelijkt pompopslagsystemen ook met batterij-opslagsystemen (accu's). Daar zouden de kosten op korte termijn aanzienlijk kunnen dalen door technologische innovaties en schaalvoordelen. Bij pompsystemen is dat niet het geval.