De bijenpopulatie staat onder druk. Afgelopen winter stierf een op de drie honingbijenvolken, een nieuw record. Maar ook wilde bijen hebben het moeilijk. Experts pleiten op het bijensymposium in Geluwe voor meer groen en minder maaien om de bijen een betere overlevingskans te geven.
West-Vlaanderen telt zo’n 230 soorten wilde bijen, zoals de grashommel, de kustbehangersbij en de paardenbloembij. Maar hun aantal neemt drastisch af.
"Exacte cijfers kan ik er niet op plakken. Daarvoor is meer onderzoek nodig", zegt Janne Tjampens van Regionaal Landschap Leie en Schelde. "Maar we zien een heel duidelijke trend dat de basisbiodiversiteit aan insecten achteruitgaat."
"We zien een heel duidelijke trend dat de basisbiodiversiteit aan insecten achteruitgaat."
Niet alleen in West-Vlaanderen, maar ook in andere provincies staan wilde bijen onder druk. De belangrijkste oorzaken zijn het gebrek aan voedsel en nestelplaatsen. Minder maaien en snoeien en meer variatie in beplanting kunnen helpen om hun leefgebied te herstellen.
Gemeenten nemen actie
Wervik, waar het bijensymposium doorging, maakt deel uit van het West-Vlaams kruisbestuiversplan, dat nu een jaar bestaat. Gemeenten wisselen via dit plan kennis uit en organiseren acties om bijen te helpen. Maar de stad neemt ook al concrete maatregelen, zoals het inzaaien van bloemenmengsels en minder maaien. Dat roept soms kritiek op.
"Sommigen vinden het slordig als het gras niet kort gemaaid is", zegt Bercy Slegers, schepen van Milieu en Natuur in Wervik. "Maar we merken dat mensen het steeds meer beginnen te waarderen. Het is belangrijk om een balans te vinden. We kunnen bijvoorbeeld ook een strook naast de paden maaien en de rest laten staan."

Kleine aanpassingen, groot verschil
Niet alleen gemeenten, maar ook burgers kunnen bijdragen. "Maai eens een strook gras niet en zet bloemen en struiken in je tuin," klinkt het op het symposium. Kleine aanpassingen kunnen al een groot verschil maken voor de bijenpopulatie.