Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) is niet te vinden voor een spreidingsplan. Na hun erkenning moeten oorlogsvluchtelingen beter opgevangen worden, zei burgemeester Johan Vande Lanotte (SPA) van Oostende eerder deze week al. "Er moet ook een betere en verplichte spreiding komen," vindt Vande Lanotte.
"De regering Di Rupo, waar meneer Vande Lanotte inzat had dat ook kunnen doen, maar daar hebben ze hun handen van afgehouden", zegt Vlaams minister-president Bourgeois. "Het is een zeer moeilijke aangelegenheid. Minister Courard heeft het ooit een geprobeerd. Het kwam erop neer dat 80 procent naar Vlaanderen kwam, 20 procent naar Wallonië en 0 naar Brussel. Dat is op veel weerstand gebotst. Van zodra je begint met spreiding zit je met de vraag van quota: wie, wat, waar, hoeveel. In de huidige toestand is dat niet aan de orde."
Nog volgens Geert Bourgeois wordt er nu met de zogenaamde lokale opvanginitiatieven en de noodopvangkampen voor oorlogsvluchtelingen wel gewerkt aan spreiding, maar eens de erkenning komt is er de zogenaamde vrije vestiging.
"Dan zit je met de vraag: ga je dat koppelen aan een leefloon? Ga je dat verplicht koppelen aan een vestigingsplaat?. Dan bots je meteen ook op de vraag: behandel je mensen wel gelijk? Mensen die hier wonen en de anderen? Dat is een zeer delicate aangelegenheid."
Bourgeois deelt wel dezelfde bezorgdheid als Vande Lanotte, namelijk dat steden en gemeenten heel wat extra moeite gaan moeten doen om erkende vluchtelingen op termijn goed te integreren in onze samenleving.
