Vlaams minister van Toerisme Geert Bourgeois (N-VA) heeft een preselectie gemaakt van WOI-oorlogssites in de Westhoek die in aanmerking kunnen komen voor de Werelderfgoedlijst van Unesco.
Zoals de minister eerder aankondigde zal niet de gehele frontzone worden voorgedragen aan de Unesco. "We willen niet in de weg staan van mogelijke economische- en landbouwactiviteiten”, vertelt de minister. "Bovendien zijn heel wat sites reeds beschermd en heeft een eventuele erkenning dus weinig impact op de omgeving. De opname op de Werelderfgoedlijst houdt immers geen enkele bijkomende bescherming in maar is louter een erkenning, een kwaliteitslabel."
Ook Wallonië en Noord-Frankrijk
Er werden in totaal achttien sites geselecteerd. Het gaat om militaire begraafplaatsen, verdedigingsconstructies en herdenkingsmonumenten, verspreid over tien steden en gemeenten in de Westhoek. Zo prijken onder meer Tyne Cot Cemetary in Zonnebeke, het Duits kerkhof in Vladslo en de crypte van de IJzertoren op de lijst. Volgens de minister beantwoorden de sites een voor een aan de criteria die opgesteld zijn door Unesco. Ook Wallonië en veertien departementen in Noord-Frankrijk die zich in de frontstreek bevinden worden bij het project betrokken.
Uitspraak in 2017
De komende maanden en jaren wordt het dossier verder afgetoetst met de betrokken actoren. In het voorjaar van 2016 zal het dossier uiteindelijk ingediend worden bij Unesco. In de zomer van 2017 zou dan een uitspraak volgen. "Een erkenning zou de kers op de taart zijn van de herdenking van de Groote Oorlog. Ze zou een passende en blijvende herinnering vormen aan de gebeurtenissen die zich hier honderd jaar geleden hebben afgespeeld, ook na 2018", besluit de minister.
