Het Frans oorlogsschip Dixmude komt zo goed als zeker op 10 oktober naar Zeebrugge.
Dat blijkt alvast uit de agenda zoals die staat op de site van deze Franse oorlogsbodem. Hiermee willen de Fransen alle eer bewijzen aan de 6.000 Franse Marinefuseliers die tussen 16 oktober en 14 november 1914 onder leiding van admiraal Ronarc’h Diksmuide hebben verdedigd. Dit liet de geallieerde troepen toe intusssen stellingen in te nemen achter de IJzer. Bij de slag om Diksmuide sneuvelden 510 Marinefuseliers, 1.934 raakten gewond en 698 werden krijgsgevangen genomen. Ter ere van hen staat een standbeeld in het stadspark en werden twee straten naar hen genoemd: de Admiraal Ronarchstraat en de Fuselierstraat.
De BPC Dixmude is een 199 meter lang oorlogsschip dat 32 meter breed is en 10 verdiepingen hoog. Het werd in 2012 in gebruik genomen. Op het dek kunnen 6 helikopters tegelijk landen. Met 600 manschappen aan boord kan het verder een maand autonoom werken. In het ruim is er plaats voor een pak legermateriaal als 16 helikopters en tanks die naar conflictgebieden kunnen gebracht worden. Militaire operaties te land kunnen ook vanop de Dixmude geleid worden.
Normaal vertrekt de BPC Dixmude op 6 oktober vanuit de Franse haven Lorient om op 10 oktober aan te komen in Zeebrugge. Daar blijft de oorlogsbodem aangemeerd tot 15 oktober.
In hoeverre het oorlogsschip te bezoeken of te bezichtigen zal zijn, is op vandaag nog niet duidelijk. Burgemeester Lies Laridon die in april 2013 nog de Dixmude bezocht, kon of wou ons de komst van de Franse oorlogsbodem overigens niet bevestigen. Wel is de Diksmuidse burgemeester trots dat de Fransen een van hun jongste oorlogsschepen naar haar stad noemden, zo bleek nog onlangs op de opening van het nieuwe ontvangstgebouw van de Dodengang. Voor haar is de Dixmude het bewijs dat Diksmuide voor de Fransen evenveel betekent als Ieper voor de Engelsen
