Burgers zoeken universele oplossingen voor universele problemen
“Grensoverschrijdend samenwerken voor burgerparticipatie”, luidt het credo van Eureka, een INTERREG-project van de Europese Unie in de Eurometropole. Het project wil via burgerparticipatie een betere maatschappij vormen.
“Na de klimaatacties van vorig jaar luisterde Vlaanderen niet naar de burger”, vertelt projectcoördinator Jasminka Poppe. “Met ons klimaatplan proberen we als burger op lokaal wel inspraak te hebben.”
“Het projectendraaiboek van Doornik moet overal in Europa bruikbaar zijn”
Francis Benoit is het brein achter het Eureka-project: “De inwoners van Kortrijk, Doornik en Rijsel wonen amper 25 kilometer van elkaar, maar hebben verschillende levenswijzen. Toch zijn er gelijkaardige problemen.” Het project wil voornamelijk moeilijker te bereiken doelgroepen dichter bij de maatschappij brengen: “Zij kunnen projecten voorstellen vanuit hun leefwereld en wij kijken hoe we die kunnen uitwerken. We proberen hen via kleine projecten te helpen en dichter bij elkaar te brengen. Zij helpen daar zelf ook in mee”, zegt Benoit.
Universele aanpak
“In een duurzame groentetuin kweken omwonenden ingrediënten om gezond te koken. Dit bestaat in Doornik, maar moet in Rijsel of Kortrijk ook kunnen”, meent Benoit. De projecten zijn grensoverschrijdend: “We kijken welke problemen in alle regio’s voorkomen. Universele problemen hebben gelijkaardige oplossingen nodig. Welke skills en tools zijn nodig voor een grensoverschrijdend burgerparticipatief model? Het projectendraaiboek van Kortrijk moet ook in Doornik, Rijsel of waar dan ook in Europa inzetbaar zijn.”
Voor mens en natuur
Duurzaamheid is het centrale woord. In Groot-Menen heerst mobiliteitsarmoede, wat sommige arme gezinnen belet een job te vinden, want ze raken niet ter plekke. “Het openbaar vervoer passeert er amper, dus bieden we een fietsbib aan, waar de mensen gratis fietsen kunnen huren. Zo kunnen ze werken en beperken we de CO²-uitstoot. We leren schoolverlaters ook hoe ze fietsen kunnen herstellen, zodat zij in die fietsbib kunnen werken”, legt projectcoördinator Jasminka Poppe uit.
Eureka kost iets meer dan een miljoen euro, waar het Interregionale project van de Europese Unie ongeveer voor de helft tussenkomt. “Onze partnerorganisaties stellen personeel ter beschikking, we organiseren vergaderingen, zetten de projecten op en financieren de logistieke kosten en transportkosten”, duidt Benoit. Per individueel project is zo’n €10.000 beschikbaar vertelt Poppe: “Het INTERREG-geld komt dus goed van pas. We hebben natuurlijk niet genoeg om gebouwen te kopen, maar we hebben wel genoeg voor om een werkplaats te huren en het nodige materiaal aan te kopen.”
De specifieke projecten helpen onze doelgroepen, die het moeilijk hebben. “We hebben lokale pilootacties, maar geven ook opleidingen. Zo willen we ook de politieke interesse aanwakkeren bij mensen die daar ver vanaf staan”, besluit Jasminka Poppe.
