Oudste houten vissersschip N.116 Nostalgie krijgt definitieve bescherming
Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele (N-VA) beschermt de houten garnalenvisser N.116 Nostalgie definitief als varend erfgoed. “In 2020 kreeg het vaartuig een nieuwe eigenaar en vandaag wordt het schip recreatief gebruikt. Dat maakt van de N.116 Nostalgie het oudste nog varende houten vissersschip in ons land”, zegt minister Matthias Diependaele.
De N.116 Nostalgie is één van de laatste houten vissersvaartuigen in België. Het schip werd gebouwd op de werf Leon Degraeve in Zeebrugge in 1961 en is daarmee het oudste nog in de vaart zijnde houten vissersschip van Belgische makelij. Het schip veranderde al een aantal keer van naam. Zo werd het vroeger ingezet in Oostende en vaarde het als O.116 Caroline. Daarna gebruikten ze het schip in Nieuwpoortse wateren, waardoor het omgedoopt werd tot N.116 Nostalgie.
Evolutie vissersschepen
Begin dit jaar kreeg het vissersschip al de voorlopige bescherming, nu is dat dus definitief.
De specifieke bouwwijze werd van meester op leerling doorgegeven en verder proefondervindelijk geperfectioneerd tot het ideale schip om ter hoogte van de Belgische kust te vissen. De schepen van dit type laten een evolutie zien van het houten kustvissersschip als een rondspant kielschip met zeilen naar een gemotoriseerd houten schip dat geschikt was voor de plankenvisserij (een techniek van vissen waarbij twee planken de mond van het net openhouden).
Het schip illustreert een eindpunt in een millennia lange evolutie van de houtscheepsbouw. Van de honderden vissersschepen die op deze manier gebouwd werden blijven er nu nog twee over. Het eerste schip, de “Crangon” werd eerder al beschermd. De N.116 Nostalgie werd beschermd voor zijn historische waarde, sociaal-culturele waarde en industrieel-archeologische waarde.