Man die uit brandend appartement sprong, getuigt: “ik moet continu pijnstillers nemen”
De gewonde bewoner van het appartement in Oostende dat maandag uitbrandde, is terug thuis na een verblijf in het brandwondencentrum in Neder-Over-Heembeek. Al is ‘thuis’ relatief. De man woont samen met z’n vriendin en kinderen voorlopig in een noodwoning van de stad.
Met een gewaagde sprong naar het dak van de buren ontsnapte de bewoner van het brandend appartement afgelopen maandag aan de vlammen.
“Ik zag de vlammen door de ruiten, via het balkon eruit komen. Dan wist ik op dat moment: ik kan niet terug naar beneden. Het is ofwel op het dak blijven en wachten en misschien verbrand worden… Ik heb er even over nagedacht en toch besloten om te springen. Ik ben erg blij dat ik het gehaald heb”, vertelt de man aangeslagen.
“Ik zag de vlammen door de ruiten, via het balkon eruit komen. Dan wist ik op dat moment: ik kan niet terug naar beneden."
“Continu pijnstillers nemen”
Dankzij die sprong redde hij z’n leven, maar de man raakte wel ernstig verbrand aan de armen en het gezicht. Na een verblijf van een viertal dagen mocht de man het brandwondencentrum in Neder-Over-Heembeek verlaten.
“Ik heb nog veel pijn. Pijn aan de armen, in het gezicht, aan mijn oren. Het is een erg branderig gevoel. Ik moet continu pijnstillers nemen”, vertelt hij.
De bewoner liep ernstige brandwonden op aan de armen en het gezicht.
“Schok van mijn leven”
Ook zijn vriendin kan maar net uit het brandend appartement ontsnappen. Haar zus ligt nog wel in het ziekenhuis.
“Ik slaap niet. Ik geef over. Ik krijg slaappillen, maar die helpen niet. Als ik mijn ogen sluit, zie ik het weer voor mij. Dat is de schok van mijn leven. Ik hoop dat het nooit meer gebeurt, door zo’n domme aansteker met gas te vullen. Wel chapeau voor de brandeer voor wat ze hebben kunnen doen en zeker voor mijn huisdieren”, getuigt vriendin Jessica.
Jessica en haar gezin wonen voorlopig in een noodwoning van de stad.
Alles in vlammen opgegaan
De bewoners mogen voorlopig nog niet terug naar het appartement om te kijken of er nog iets van hun bezittingen overgebleven is. Maar zowat alles is in vlammen opgegaan. Het gezin heeft niets meer, maar kan op steun rekenen van de winkelketen Kruidvat.
Achteraf is bij toeval een cannabisplantage ontdekt in een aanpalend gebouw, maar dat heeft niets met het gezin te maken.
