Nieuws

Zoek­tocht naar ver­dron­ken land in Noordzee

Je moet ingelogd zijn om gratis livestreams en video’s te kunnen bekijken.

Vandaag is het onderzoeksschip Belgica vertrokken voor een eerste expeditie op enkele tientallen  kilometers van onze kust. Wetenschappers gaan op zoek naar een verdronken land in de Noordzee.

Met de regelmaat van de klok halen vissers fossiel botmateriaal, waaronder soms ook menselijke botresten, en prehistorische werktuigen boven uit de Noordzee. Tijdens de ijstijden woonden er op die plek mensen. Dat was mogelijk omdat de zeespiegel toen tientallen meters lager was en grote delen van wat nu de Noordzee is, gewoon land waren.

Onderzoekers van de universiteiten van Bradford en Gent gaan, in samenwerking met het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) en met het onderzoeksschip Belgica dat wordt beheerd door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) in Brussel, een poging ondernemen om de oude landschappen die nu onder de zeebodem liggen, alsnog in kaart te brengen. In een tweede fase willen ze er doelgerichte boringen doen op zoek naar resten van menselijke bewoning.

Bruine Bank

Het project zal naar schatting twee jaar duren en vindt plaats in nauwe samenwerking het Britse project "Lost Frontiers". Plek van het onderzoek is de Bruine Bank, een noord-zuid-georiënteerde zandbank die zich 80 kilometer buiten de Nederlandse en 100 kilometer oostwaarts uit de Britse kust bevindt en die een onderdeel vormt van het zogenaamde verdronken 'Doggerland'.

De expeditie, die vandaag van start ging en 10 dagen duurt, zal in een eerste fase met dieptescans en geofysische technieken, waarmee de wetenschappers tot diep onder de huidige zeebodem kunnen kijken, oude landschappen traceren en reconstrueren. Doggerland werd doorkruist door rivieren en depressies. Toevalsvondsten door vissers gaven eerder al aan dat de concentratie artefacten rondom de Bruine Bank zeer groot is, en dat er mogelijk ooit menselijke nederzettingen zijn geweest.

"De meeste vondsten dateren van twee periodes. Er zit heel oud materiaal tussen, gedateerd in een zeer ruim tijdsframe tussen 700.000 en 20.000 jaar geleden, met onder andere meer dan 7.000 fragmenten van mammoetenbeenderen", zegt Tine Missiaen van het VLIZ. "De meest recente beenderresten, waarbij ook bewerkt beendermateriaal en zelfs menselijke botresten, dateren van net voor de stijging van de zeespiegel, op het einde van de laatste ijstijd, ergens tussen 10.000 en 8.000 jaar geleden.

Belga
Ben Storme