Vlaams Minister van Onroerend Erfgoed Ben Weyts investeert 510.000 euro in drie Brugse erfgoedparels. Het gaat om het voormalige Godshuis voor arme vrouwen in de Peperstraat, een burgerhuis in de Katelijnestraat en een stadswoning in de Steenstraat.
“Wij zijn fier op dat van hier. En op weinig plekken wordt het verhaal van Vlaanderen zo mooi verteld als in Brugge”, zegt Weyts. “De hele wereld kent deze prachtige Vlaamse stad. Die troef moeten we koesteren en bewaren. Daarom investeren we vandaag in drie unieke monumenten die Brugge kleur geven.”
Zo maakt Weyts 342.000 euro vrij voor het Godshuis voor arme vrouwen in de Peperstraat. Het huis is deel van het beluik van de Jeruzalemkerk, heeft 6 kleine wooneenheden en huisvest het Adornesmuseum over de rol van de familie Adornes in het 15de eeuwse Brugge en in het bijzonder over diplomaat, handelaar en bedevaarder Anselm Adornes.
Verschillende fases
Concreet worden het museum en het Godshuis zelf nu verbouwd: in een eerste fase neemt men het metselwerk en de natuursteen onder handen, gebeuren er timmerwerken aan de kapconstructie en de balkroosteringen, en voert men dak- en zinkwerken uit. In de tweede fase volgt het schrijnwerk, samen met de interieurwerken en de gevel- en schilderwerken. De totale kostprijs bedraagt 535.800 euro, waarvan Vlaanderen 64% op zich neemt. Eigenaar vzw Adornes staat in voor de overige kosten.
Twee woningen
De minister maakt ook 83.600 euro vrij voor een burgerhuis in de Katelijnestraat en 84.000 euro voor een 17de eeuwse stadswoning in de Steenstraat met een kenmerkende trapgevel uit 1570. “Brugge is ons bekendste uithangbord in het buitenland: overal ter wereld kennen ze de stad”, zegt Weyts. “Ook Vlamingen worden vanzelf fier op dat van hier als ze door de binnenstad dwalen. We investeren dan ook graag in Brugs erfgoed, zodat nog vele generaties Vlamingen én bezoekers het Verhaal van Vlaanderen in Brugge kunnen beleven. ”
Taalfout opgemerkt?
Heb je een taal- of schrijffout opgemerkt in dit artikel?