Sensoren op windmolens moeten zwaveluitstoot op Noordzee terugdringen
Je moet ingelogd zijn om gratis livestreams en video’s te kunnen bekijken.
Als het van staatssecretaris voor de Noordzee Philippe De Backer (Open Vld) afhangt, komen er sensoren op de windmolens op zee in de strijd tegen te hoge uitstoot van zwavel en stikstof door de scheepvaart.
Met het project is 1,7 miljoen euro gemoeid - middelen waarvoor de staatssecretaris hoopt op Europese steun, bevestigt zijn kabinet maandag een bericht in De Standaard en Het Nieuwsblad.
Sinds 2015 is de Noordzee een zogenaamde SECA-zone. Dat betekent dat schepen er maar 0,1 procent zwavel mogen uitstoten. Daarop gebeuren vandaag al controles, maar De Backer wil nog een tandje bijsteken. Nieuwe technologieën laten immers toe nog efficiënter te controleren.
Daarom is het de bedoeling een sensor te ontwikkelen en die op de windmolenparken op zee te plaatsen. Schepen die voorbijvaren en te hoge concentraties uitstoten aan zwavel en stikstof - waarvoor vanaf 2021 ook een limiet komt - zullen worden opgemerkt en in de haven worden gecontroleerd. Ook een vliegtuig van de wetenschappelijke dienst BMM, dat vandaag al door de rookpluimen van schepen vliegt, zal met een sensor woren uitgerust. In een latere fase zouden de sensoren ook op een windmolenpark in de nieuwe offshore zone komen.
Dat moet het mogelijk maken schepen te controleren die richting het noorden varen en indien nodig buitenlandse havens te verwittigen wanneer schepen met niet-correcte brandstof onderweg zijn. Verschillende betrokken actoren hebben bij Europa een voorstel ingediend voor de ontwikkeling van de sensor. Op het kabinet van de staatssecretaris hebben ze goede hoop op Europese steun, omdat er al verheugde reacties op kwamen.