Middeleeuwse burchtmuur in Ieper verdwijnt opnieuw onder de grond, en dat stoot op felle kritiek
De archeologische vondst van een middeleeuwse burchtmuur aan het Vandenpeereboomplein in Ieper wordt beschermd, maar blijft ondergronds. De Vlaamse overheid, de stad Ieper en de eigenaar van het perceel hebben beslist om het geplande bouwproject toch door te laten gaan. Een publieke ontsluiting van de site bleek onbetaalbaar.
Aan het Vandenpeereboomplein in Ieper is bij werkzaamheden een bijzondere archeologische vondst gedaan: de resten van een middeleeuwse burchtmuur, ooit deel van de grafelijke verblijfplaats van de graven van Vlaanderen. Na maanden van onderzoek door archeologen en overleg tussen de Vlaamse overheid, de stad Ieper en de eigenaar van het perceel, is besloten om de resten te beschermen zonder ze publiek toegankelijk te maken.
"De kosten voor een permanente ontsluiting van de site lopen op tot minstens tien miljoen euro, en dat kunnen we niet verantwoorden."
"We hebben alle mogelijkheden onderzocht," zegt Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Ben Weyts. "Maar de kosten voor een permanente ontsluiting van de site lopen op tot minstens tien miljoen euro, en dat kunnen we niet verantwoorden. Soms moet je dromen opbergen."
Aangepaste funderingsplannen
De funderingsplannen van het bouwproject – dat voorziet in een supermarkt en appartementen – worden aangepast om de overblijfselen onbeschadigd te bewaren. Daarnaast wordt een proces opgestart om de site wettelijk te beschermen.
Via digitale technieken zal de geschiedenis van de burcht voor de Ieperlingen en andere Vlamingen zichtbaar gemaakt worden. "Het verhaal van de burcht blijft behouden, ook al blijven de stenen ondergronds", aldus minister Weyts.
"Meest verantwoorde beslissing"
Burgemeester van Ieper Katrien Desomer toont begrip voor de beslissing: "Als Ieperling doet het me pijn dat de burchtmuur niet open kan voor bezoekers. Maar als burgemeester moet ik ook rekening houden met de kosten en de haalbaarheid. Het is de meest verantwoorde beslissing."
"Als burgemeester moet ik rekening houden met de kosten en de haalbaarheid. Het is de meest verantwoorde beslissing."
De eigenaar van het perceel, Jean-Marie Cardinael, benadrukt dat hij altijd constructief heeft meegewerkt aan het archeologisch onderzoek. "We zijn tevreden dat er een oplossing is gevonden die zowel het erfgoed beschermt als het bouwproject mogelijk maakt", besluit hij.
Beslissing stoot op felle kritiek: "Zeer grote ontgoocheling"
De beslissing leidt al meteen tot felle kritiek. Een petitie tegen de beslissing verzamelde 3.600 handtekeningen, maar komt te laat. "Het is werkelijk terug onder de grond stoppen en dat is toch een zeer grote ontgoocheling voor ons als werkgroep, maar zeker ook voor die 3.600 ondertekenaars", zegt Lieven Stubbe van de actiegroep voor ontsluiting van de burcht.
Ook archeoloog en erfgoedcoördinator Jan Decorte van CO7 betreurt de keuze. "We hebben een Europese regelgeving die zegt dat je archeologische topsites naar een breed publiek moet brengen. Dit is zo'n archeologische topsite, zelfs op Europees niveau", legt hij uit.
Oppositiepartijen Vooruit en Groen stellen dat er te veel naar de kosten is gekeken. "Het zal wel digitaal ontsloten worden, maar dat is totaal iets anders dan de fysieke aanwezigheid in zijn context."
