Kurt Van Eeghem neemt ons nog eens mee naar het Oostende van tijdens de Belle Epoque
Je moet ingelogd zijn om gratis livestreams en video’s te kunnen bekijken.
Radio-en tv-figuur Kurt Van Eeghem uit Zeebrugge neemt ons nog eens mee naar het Oostende van tijdens de Belle Epoque, het tijdperk van kunstenaar James Ensor, die 75 jaar geleden overleed. Van overal ter wereld kwamen koningen, prinsen en prinsessen en rijkelui naar de mondaine badstad, met zijn luxueuze villa's en prachtige hotels. Zelfs de Sjah van Perzië flaneerde er op de dijk.
De Koninklijke Gaanderijen getuigen nog van de glorieperiode van Oostende, de Belle Epoque. “Het zijn die Gaanderijen die ook op het voorblad van mijn boek staan. Die gaanderijen die dringend moeten worden gerestaureerd. Ik verneem dat het goed zit en dat het zal gaan gebeuren. Want ja, die zijn supercharmant en maken voor een groot deel de charme van Oostende uit.”
Pakweg 150 jaar geleden waren er veel meer galerijen. En die hadden een functie. “De vrouwen mochten niet bruin worden, zeker niet. Die moesten lelieblank blijven. Dat gold ook voor de mannen. Bruin was alleen voor het werkvolk. Zij werden bruin. Daaraan kon je dat zien. Vandaar die gaanderijen en ook veel parasols. Altijd zie je parasols. Op elke foto.”
Vijfsterrenhotels
Eén van de weinige gebouwen uit die tijd die nog bewaard zijn op de dijk, is de Villa Maritza. “De hele was zo rijkelijk aangekleed. Dat was een villa, zoals toen een villa werd genoemd. Daarnaast waren het allemaal hotels. Vanaf de Villa Maritza waren het allemaal vijfsterrenhotels. De één naast de ander.”
Tijdens een wandeling op de dijk was de kans groot dat je een koning of prins tegenkwam. Oostende was in die tijd de meest mondaine badstad van de wereld. “De sjah van Perzië kwam gedurende een bepaalde periode elk jaar terug met vijftig tot zestig man, een groot gevolg. Hij had zelfs iemand bij om zijn sabel te dragen.”
Naaktstrand
De foto's met badkarren die tot in het water gereden worden zijn welbekend. Minder bekend is dat er ook een naaktstrand was. “Op een bepaald ogenblik was het zelfs zo dat dat men in Mariakerke in de duinen een klein strandje had voorzien. Dat heette ‘Le Paradis’. Daar werd in de jaren 1870 naakt gezwommen. Men heeft dat niet lang toegelaten, maar dat is toch een tijdje zo gebleven. Waarmee ik maar wil zeggen dat Oostende zeer progressief was. Allemaal dingen die in Scheveningen in Nederland of in Brighton in Engeland, waar ook badplaatsen waren, ook hydrotherapie, niet konden.”
Naast het kuren viel er van alles te beleven in Oostende. Er waren de hotels en restaurants, de Wellington renbaan, de golfbaan in De Haan waar ze met de tram naar toe konden en de concerten in het Kursaal.