Het Brugse Begijnhof viert dit jaar zijn 800-jarig bestaan met een reeks feestelijke, maar ingetogen evenementen. In juni gaat de viering van start met een spektakel op het binnenhof, gevolgd door lezingen, concerten en tentoonstellingen.
Het Prinselijk Begijnhof Ten Wijngaerde, met zijn witgeschilderde huisjes en rustige kloostertuin, is al eeuwenlang een toevluchtsoord voor vrome vrouwen. Waar vroeger begijntjes woonden, leven nu nog enkele zusters en een dertigtal alleenstaande vrouwen. "Al 800 jaar vormt dit begijnhof een gemeenschap van vrouwen, en we proberen dat zo te houden", zegt burgemeester Dirk De fauw.
"Al 800 jaar vormt dit begijnhof een gemeenschap van vrouwen, en we proberen dat zo te houden."
Het begijnhof, dat al werelderfgoed was voordat ook de stad en het belfort die status kregen, is een bijzondere plek in het hart van toeristisch Brugge. "Er zijn hier nog enkele benedictinessen die waken over de stilte en het contemplatieve karakter. Het is hier zalig wonen", vertelt bewoonster Trees Dewever.
"Feestvieren met lage volumeknop"
De 800ste verjaardag van het begijnhof wordt gevierd met een aantal festiviteiten. Al worden die wel georganiseerd met respect voor de rust die het begijnhof uitstraalt. "Het is niet evident om te knallen terwijl we op een stilte- en luwteplek zijn. Maar het gaat over feestvieren met een lage volumeknop", zegt Kasper Verhelst, projectverantwoordelijke van het festival ‘Sauve Garde – Beschermd en geborgen’.
Op 6, 7 en 8 juni vindt het openingsspektakel plaats, waarbij luchtacrobaten een choreografie uitvoeren in de boomtoppen. De Brugse politie zal tijdens het festival toezien op het naleven van de regels die de rust van het begijnhof beschermen, zoals het verbod om in het gras tussen de narcissen te wandelen.
