
De Video Assistent Referee (VAR) kende op de achtste speeldag in de Jupiler Pro League een ongelukkig weekend. Dat blijkt uit de wekelijkse analyse van scheidsrechtersbaas Johan Verbist.
Een tussenkomst was niet nodig, terwijl de videoref bij een andere fase wel beter had ingegrepen. In beide gevallen ging het om matchen met West-Vlaamse clubs. Voor het eerst dit seizoen moet Verbist dan ook een volledig negatief rapport (0 op 2) opmaken van de VAR-prestatie van het voetbalweekend.
De VAR moest volgens Verbist enkel in Zulte Waregem - KV Kortrijk tussenkomen afgelopen voetbalweekend, namelijk bij het afgekeurde doelpunt van Julien De Sart (KV Kortrijk). Bij een hoekschop werd Christophe Lepoint (KV Kortrijk) door een duw in de rug uit balans gebracht door Hamdi Harbaoui (Zulte Waregem). Christophe Lepoint viel tegen een verdediger waardoor deze de bal slecht ontzette. De Sart profiteerde aan de tweede paal. Scheidsrechter Wim Smet keurde het doelpunt af en gaf een directe vrije schop aan Essevee voor een duwfout van Christophe Lepoint. "Gezien de complexiteit van de situatie (duwfout-contact-slecht ontzetten-doelpunt), een doelpunt dat eerst goedgekeurd en daarna afgekeurd wordt, had de VAR hier beter tussengekomen en de beelden aan de scheidsrechter getoond", oordeelt scheidsrechtersbaas Verbist.
De enige tussenkomst van het weekend gebeurde in de match tussen KAS Eupen en KV Oostende (1-2). Bij een schot van Yuta Toyokawa (Eupen) kreeg Kevin Vandendriessche (Oostende) de bal tegen de arm. De bal ging buiten en de scheidsrechter kende een hoekschop toe. "Ondanks het feit dat de arm tegen het lichaam is komt de VAR tussen", aldus Verbist. "De scheidsrechter blijft terecht bij zijn beslissing om hoekschop te geven. In dit geval had de VAR nooit mogen tussenkomen."