In Kortrijk is een muur van 400 meter lang, die een belangrijke rol speelde in de Guldensporenslag, zowat volledig blootgelegd.
De weermuur kwam bloot te liggen tijdens de omgevingswerken in het historisch centrum rond de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Negen dagen nadat de werken begonnen, en amper twee dagen nadat de archeologische opgravingen begonnen, kwam die vondst met belangrijke historische waarde.
Het gaat om het laatste ontbrekende deel van de weermuur die bij de voorburcht stond tijdens de Guldensporenslag. Die voorburcht bevond zich waar nu de Onze-Lieve-Vrouwekerk is. Dat was ten oosten van de dwangburcht die de Franse koning in het grafelijk domein liet bouwen.
Via een waterbeheersend systeem beveiligde de voorburcht de dwangburcht waar de Franse koning Filips de Schone zich na de Brugse Metten met 300 medestanders verschool.
Dankzij de opgraving is de 400 meter lange weermuur, die indertijd tussen de 6 en 8 meter boven de grond kwam, nu zo goed als helemaal compleet.
De vzw Archeologie Zuid-West-Vlaanderen, vroeger de Archeologische Stichting, startte in 1990 met de opgravingen van de muur. Aan de hand van een passage uit 1357 in het Rijksarchief werd toen eerst de artillerietoren blootgelegd. De Kortrijkse archeoloog Philippe Despriet was de gelukkige die daarna de burcht kon blootleggen.
De opgravingen werden afgerond in 2006, met als laatste vondst het koor van de Gravenkapel. Het laatste deel van de weermuur kon nooit worden blootgelegd, tot nu. "Het zichtbaar maken van deze muur was een van onze plannen," zegt schepen Wout Maddens. "De militaire geschiedenis van de Onze-Lieve-Vrouwekerk wordt zo nog meer voelbaar."
Taalfout opgemerkt?
Heb je een taal- of schrijffout opgemerkt in dit artikel?