Voormalig Kortrijks schepen staat terecht voor gesjoemel met onkostenvergoeding
Je moet ingelogd zijn om gratis livestreams en video’s te kunnen bekijken.
Lieven Lybeer (64), voormalig CD&V-schepen en voormalig waarnemend burgemeester van Kortrijk, heeft zich voor de Brugse strafrechter moeten verantwoorden voor oplichting en schriftvervalsing.
De beklaagde ontkent dat hij sjoemelde om een onkostenvergoeding als directeur van de Tieltse Bouwmaatschappij veilig te stellen. Het openbaar ministerie vorderde een straf met uitstel.
Huisvestingsmaatschappij
De sociale huisvestingsmaatschappij van Tielt besliste in november 2013 om Lybeer als directeur bovenop zijn loon een forfaitaire onkostenvergoeding van 200 euro per maand toe te kennen. Die beslissing werd echter teruggedraaid vanuit de toezichthouder van de Vlaamse overheid, waarna de Tieltse Bouwmaatschappij onder verhoogd toezicht kwam te staan.
Vervolgens bleek tijdens een audit in 2019 dat Lybeer sinds maart 2015 toch een maandelijkse onkostenvergoeding van 300 euro opstreek. Het onderzoek wees uit dat de raad van bestuur inderdaad die beslissing had genomen, maar dat kwam opvallend genoeg niet voor in het verslag dat naar de toezichthouder werd gestuurd.
Enig belang
De Tieltse Bouwmaatschappij kreeg in eerste instantie een boete van 18.000 euro, maar werd strafrechtelijk buiten vervolging gesteld. Volgens de burgerlijke partijen en het OM is het duidelijk dat Lybeer zelf boter op het hoofd heeft. Hij komt naar voren als de auteur van het bewuste Word-document, dat op zijn computer werd opgemaakt.
Daarnaast werd opgemerkt dat de beklaagde er als enige belang bij had om het zinnetje over de onkostenvergoeding te schrappen. "In totaal gaat het om 18.000 euro, toch geen klein bedrag", aldus procureur Saskia Schepens.
Schadevergoeding
De Tieltse Bouwmaatschappij vorderde een schadevergoeding van ruim 45.000 euro. De verdediging vroeg over de ganse lijn de vrijspraak. Meester Anke Platteau benadrukte dat de onkostenvergoeding gewoon werd toegekend door de raad van bestuur. "Mijn cliënt had er dus geen belang bij om een tweede versie van de notulen te maken", klonk het.
Bovendien werd opgemerkt dat niet kan bewezen worden wie de aangepaste versie maakte, want de computer van Lybeer werd ook door zijn medewerkers gebruikt. Het is ook onduidelijk wie het document uiteindelijk aan de toezichthouder bezorgde. De mail in kwestie steekt niet in het dossier. Lybeer zelf beweert dan ook dat hij het slachtoffer is van een afrekening.
De rechter doet uitspraak op 10 mei.