Tuchtrechtbank in hoger beroep bevestigt schorsing West-Vlaamse afdelingsprocureurs
De tuchtrechtbank in hoger beroep in Brussel heeft de schorsing bevestigd van de twee West-Vlaamse afdelingsprocureurs die door procureur des Konings Filiep Jodts geschorst waren naar aanleiding van het vermoedelijke gesjoemel bij het magistratenexamen.
De Hoge Raad voor de Justitie communiceerde op 3 maart over mogelijk gesjoemel bij het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage. Een deelnemer zou informatie over het examen strafrecht gekregen hebben van C.B., lid van de Hoge Raad voor de Justitie en van het Gentse parket-generaal.
Naar aanleiding van de melding van de Hoge Raad voor de Justitie opende procureur des Konings Filiep Jodts op 7 maart een tuchtonderzoek. In dat kader werd beslist om twee afdelingsprocureurs voor drie maanden te schorsen. Het gaat om de Brugse afdelingsprocureur Y.S., wiens zoon de informatie zou gekregen hebben, en de Ieperse afdelingsprocureur J.L., wiens dochter aan hetzelfde examen deelnam. Ook van haar wordt vermoed dat ze de bewuste informatie doorgespeeld kreeg.
Beroep afgewezen
Beide afdelingsprocureurs gingen in beroep tegen die schorsing en voerden argumenten aan over, onder meer, het vermoeden van onschuld, en de impact op de dienst. Hun beroep werd echter afgewezen.
"Het belang van de dienst houdt in dat de rechtszoekende het vertrouwen moet kunnen behouden in de integriteit van het openbaar ministerie", klonk het bij de tuchtrechtbank. "De burger moet er blind op kunnen vertrouwen dat dossiers zonder enige vorm van favoritisme worden behandeld. De aanwezigheid van de betrokkenen op de dienst zou hieraan afbreuk kunnen doen."