Openbaar ministerie vraagt ontslag hoofdverdachte magistratenexamenfraude
Voor de Gentse tuchtrechtbank heeft het openbaar ministerie woensdagnamiddag het ontslag gevraagd van de Gentse advocaat-generaal C.B., die als lid van de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) de opgave van het magistratenexamen vooraf had bezorgd aan verschillende kandidaten. C.B. kwam zelf voor het eerst sinds het losbarsten van de zaak aan het woord en verklaarde de feiten als een "onbezonnenheid uit collegialiteit". "Er was geen criminele ingesteldheid. Ik wou die mensen helpen", stelde de advocaat-generaal.
De Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) meldde op 3 maart 2024 dat er aanwijzingen waren dat een lid van de HRJ de casus strafrecht van het vergelijkend toelatingsexamen in januari van dat jaar tot de gerechtelijke stage, en de inhoud van de verbeterleidraad, voorafgaandelijk bezorgde aan één deelnemer. De Gentse advocaat-generaal C.B. gaf als lid van de examencommissie de opgave vooraf aan een advocaat-stagiair, die de zoon is van afdelingsprocureur Y.S. in Brugge en E.W., een rechter in Ieper. De kandidaat en het jurylid hadden volgens de HRJ de fraude toegegeven in een gesprek met de overige leden van de examencommissie. Ook de afdelingsprocureur van Ieper gaf later toe dat hij van C.B. de casus van het examen kreeg en erover sprak met zijn dochter, die deelnam aan het examen.
Tuchtrechtbank
De HRJ had het dossier overgemaakt aan de Gentse procureur-generaal met de vraag om een strafrechtelijk onderzoek en een tuchtprocedure op te starten. Het strafonderzoek verhuisde naar het hof van beroep van Brussel, waar een raadsheer-onderzoeksrechter werd aangesteld. Op tuchtrechtelijk vlak werden de vier magistraten geschorst en moet de tuchtrechtbank over hen oordelen, omdat die alleen zware tuchtstraffen kan opleggen. De Ieperse afdelingsprocureur werd eerder door de tuchtrechtbank voor zijn rol in de fraude bij het magistratenexamen twee graden teruggezet, tot het ambt van substituut-procureur des Konings. Het openbaar ministerie ging wel in beroep, waardoor de tuchtrechtbank in hoger beroep in Brussel zich nog over de zaak moet uitspreken.
Alles verloren
"Hij heeft recht op een tweede kans op basis van zijn carrière van 27 jaar. Hij heeft op professioneel vlak alles verloren en zijn gezin is hij ook kwijt", pleitte advocaat Luc Arnou. "Hij is altijd bij zijn stelling gebleven en heeft gezegd hoe het gegaan is. Hij was altijd graag gezien op het parket-generaal. Een carrière van 27 jaar en altijd goede evaluaties. Zijn overste in Brugge sprak van een 'bijna grenzeloze collegialiteit', en het is dat dat geleid heeft tot de feiten binnen de Hoge Raad. Het is daar verkeerd gelopen, en niet binnen zijn functie als parket-magistraat."