Ontoerekeningsvatbaar door medicatie: vrijspraak voor opa die 4‑jarige kleindochter aanrandde

Illustratiebeeld © Belga
Een 69-jarige Oostendenaar is door de Brugse correctionele rechtbank vrijgesproken voor aanranding van zijn toen vierjarige kleindochter. F.W. bleef ontkennen dat hij het meisje betast zou hebben. De rechtbank achtte de feiten wel degelijk bewezen, maar stelde vast dat hij ontoerekeningsvatbaar was door zijn parkinsonmedicatie.
De moeder sloeg alarm toen haar dochter in mei 2020 begon te vertellen over wat ze bij haar grootvader had meegemaakt. In een verhoor gaf het meisje later details over het seksueel misbruik.
Volgens het openbaar ministerie zouden de feiten van begin 2019 tot maart 2020 meermaals gebeurd zijn. F.W. haalde haar toen 's middags van school, terwijl zijn vrouw pas een half uurtje later thuiskwam. Daarnaast verwees procureur Fien Maddens naar het verslag van de gerechtspsychiater. Volgens de deskundige zou het parafiel gedrag van de beklaagde veroorzaakt worden door bepaalde medicatie tegen de ziekte van Parkinson. In die omstandigheden vorderde het OM de internering.
Andere medicatie
Tijdens het onderzoek verklaarde W. dat hij eigenlijk zelf niet wist of hij de feiten gepleegd had. Op de zitting van 27 januari vroeg de verdediging wel degelijk de vrijspraak, minstens op basis van twijfel.
Ondergeschikt verzette meester Chanel Ribas Colomar zich tegen de internering. Op aanraden van zijn neuroloog zou de beklaagde immers al in juni 2020 gestopt zijn met Requip. "Hij neemt nu andere medicatie tegen Parkinson, waardoor het onderzoek van de deskundige achterhaald is", klonk het. Volgens een behandelende psychiater zou er dan ook geen risico op zedenfeiten meer zijn. Ten slotte werd gesuggereerd om een nieuwe deskundige de kwestie te laten onderzoeken.
Feiten bewezen
De rechtbank oordeelde dat de feiten wel degelijk bewezen zijn. Toch werd de beklaagde vrijgesproken. In het vonnis werd opgemerkt dat W. volgens de gerechtspsychiater op het moment van de feiten aan een geestesstoornis leed. Door de gewijzigde medicatie vormt hij nu echter geen risico meer en is hij niet meer ontoerekeningsvatbaar. Aan het slachtoffer moet de beklaagde wel een schadevergoeding van 4.000 euro betalen.