Tegen maart moet er meer duidelijkheid zijn over de aanpak van de chroomverontreiniging in de E17-snelwegberm ter hoogte van het transportcentrum LAR in Rekkem aan te pakken.
Dat vernam Vlaams volksvertegenwoordiger Bert Maertens (N-VA) in antwoord op zijn parlementaire vraag aan minister van Mobiliteit en Openbare Werken Ben Weyts (N-VA).
Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) gaf opdracht een bodemsaneringsproject te voeren. Het verslag hiervan zou op 1 maart 2016 bij de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) worden ingediend. “Verder veldwerk drong zich echter op”, zo zegt Bert Maertens.
De verontreinigde zone ten zuiden van de E17 is reeds volledig afgeschermd. Er wordt hiervoor in opdracht van AWV een afzonderlijk oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek opgemaakt. “Dit zou tegen eind vorig jaar gebeuren, waarna OVAM binnen de twee maanden een uitspraak zal doen betreffende de al dan niet te nemen acties”, zo weet Bert Maertens. “Deze opgelegde acties kunnen dan worden meegenomen met de werken voor de ontwikkeling van de industriezone aan de zuidkant van de E17.”
Ten noorden van de E17 daarentegen moet er nog verder veldwerk gebeuren. Het verdere veldwerk gebeurt in overleg met OVAM en het Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO).
Oorzaak
“Wellicht moet de oorzaak van de chroomverontreining gezocht worden bij de aanleg van de E17. Vermoedelijk is deze afkomstig van producten van chromaatproducent ‘Etablissement Kuhlman’ die werden gebruikt voor de aanleg van een werfweg bij de realisatie van de E3 (E17)”, zo besluit Bert Maertens.