West-Vlaamse gezinnen doen vaakst beroep op kraamzorg
West-Vlaamse gezinnen doen het vaakst beroep op kraamzorg. Dat blijkt uit cijfers van Zorggezind, de overkoepelende organisatie van diensten voor gezinszorg in Vlaanderen. Deze week is het de week van de kraamzorg en vandaag internationale dag van de vroedvrouw. Heel wat organisaties zetten hun hulp voor pasgeborenen en hun ouders dan ook in de kijker.
In de week van de kraamzorg lanceert zorgorganisatie i-mens de demoborst, zo leren mama's hoe ze manueel afkolven. Net als Yentl kregen vorig jaar 4160 West-Vlaamse gezinnen kraamzorg. Het gaat om 40% van alle pasgeboren. En daarmee is onze provincie koploper. In heel Vlaanderen schakelt zo'n 28% van de gezinnen de hulp in.
"Wij helpen bij de verzorging van de baby, badje geven, ook op de baby passen", zegt Annick Slabbinck van i-mens. "Wij doen ook wat huishoudelijke taken zoals de afwas, de vaatwas leeghalen, de strijk. - Een fijne job? Ja, heel fijn, leuk om al die baby's te zien evolueren van de eerste week tot twaalf weken. Het is een groot verschil dan."
Mama Yentl Desender krijgt naast wat me-time ook heel wat raad. "Dat ik zelf eerst rustig moet worden voor ik zoontje Max rustig kan krijgen. Dat is al een hele grote tip geweest. HIj heeft O-benen, is dat normaal? Iedere baby heeft O-benen hebben we bijgeleerd. Voor Annick ook, die strijk staat hier al drie weken te lachen naar mij, maar ik heb er eigenlijk echt nog geen tijd voor gehad."
Kraamzorg in de lift door korter verblijf in ziekenhuis
Het aantal geboortes mag dan afnemen, kraamzorg zit in de lift. Dat komt ook door het kortere verblijf in het ziekenhuis.
"De vragen die wij ook krijgen als vroedvrouw zijn of de voeding goed loopt, of de baby goed bijkomt in gewicht, het herstel van mama zelf. En daar zien we dus vaak ook dat er via de social media heel veel info op de mama's afkomt en dat dat toch een beetje overweldigend kan zijn", vertelt Lieselotte Versluys. Zij is vroedvrouw bij i-mens.
Waarom kraamzorg in onze provincie nog meer ingeburgerd is is niet echt duidelijk. Wel hebben de diensten het in grootsteden moeilijker om allochtone gezinnen te bereiken.
