De Brugse gemeenteraad heeft het aangepaste bewonerscharter voor het Begijnhof goedgekeurd. Hoewel mannen zich vanaf nu kandidaat mogen stellen, blijft de stad de eeuwenoude traditie van een vrouwengemeenschap benadrukken. Oppositiepartijen uiten kritiek op het beleid, dat volgens hen juridisch wankel is.
De discussie over wie mag wonen in het Begijnhof van Brugge zorgde voor felle tussenkomsten in de gemeenteraad. Het nieuwe bewonerscharter, dat maandagavond werd goedgekeurd, bevestigt de voorkeur voor vrouwelijke bewoners, in lijn met de 800 jaar oude traditie.
"Gezien de gedragscode is het Begijnhof wellicht minder aantrekkelijk voor mannen.”
“Wij zijn ervan overtuigd dat we zo maximaal tegemoetkomen aan die eeuwenoude traditie, zonder te discrimineren”, zegt schepen van Patrimonium Pieter Marechal (CD&V). “Iedereen mag zich kandidaat stellen, maar gezien de gedragscode is het Begijnhof wellicht minder aantrekkelijk voor mannen.”
Het Begijnhof is Unesco Werelderfgoed, wat bewoners verplicht tot een rustige, sobere levensstijl. Zo zijn tuinfeestjes, avondbezoek en bewonersparking er niet toegelaten. Ook Unesco omschrijft het Begijnhof expliciet als een historische gemeenschap van vrouwen.
Juridisch bijzonder discutabel
Toch is niet iedereen overtuigd. Oppositieraadslid Jasper Pillen (Voor Brugge) stelt zich vragen bij de juridische onderbouw. “Ofwel is het in strijd met de wetgeving, ofwel is het charter onnozel”, zegt hij. “Respect voor de traditie, absoluut, maar hier teksten voorleggen die juridisch bijzonder discutabel zijn, is problematisch.”
Vlaams Belang en N-VA ondersteunen de keuze om het sacrale karakter van het Begijnhof te bewaren. De meerderheid keurde het bewonerscharter goed. In theorie kunnen dus ook mannen zich inschrijven op de wachtlijst, maar de stad laat duidelijk verstaan dat de vrouwelijke traditie de voorkeur blijft genieten.
