Dertig jaar geleden, op 4 juli 1989, stortte een onbemand Sovjet-vliegtuig neer op een huis in Bellegem. Bij de crash kwam een 19-jarige student om het leven.
Op slechts een paar maanden van het einde van de Koude Oorlog, zorgde het ongeval voor beroering onder de Belgische bevolking en woede bij de Belgische autoriteiten tegenover de Sovjet-Unie.
Automatische piloot
Iets na 09.00 uur steeg Sovjet-kolonel Nikolaj Skuridin op vanaf de Poolse vliegbasis Kolobrzeg, nabij Gdansk, voor een routinevlucht over de Oostzee met een MiG-23. Kort na het opstijgen, werd duidelijk dat de motor het ging begeven. Daarop besliste de piloot om gebruik te maken van zijn schietstoel en liet zo het vliegtuig onbemand achter. Skuridin bereikte de grond met zijn parachute, maar de motor van het vliegtuig startte toch opnieuw op en het vliegtuig vloog verder op automatische piloot.
Zo stak het onbemande jachtvliegtuig de Poolse grens over, vloog het over Oost-Duitsland en werd het uiteindelijk door een NAVO-radar in West-Duitsland gesignaleerd.
Jachtvliegtuig onderscheppen
Meteen werden er vanaf vliegbasis Soesterberg in Nederland twee vliegtuigen gereed gemaakt met als taak de MiG-23 te onderscheppen. Rond 10.00 uur identificeerden de twee NAVO-vliegtuigen het jachtvliegtuig en merkten ze op dat er geen piloot aan boord was. Wanneer het vliegtuig Kortrijk naderde, begon het echter stilaan te vertragen en hoogte te verliezen. Door de bevolkingsdichtheid was het voor de NAVO-vliegtuigen onmogelijk om het neer te schieten. Het vliegtuig leek op weg te zijn naar een veld maar stortte uiteindelijk rond 10.30 uur neer op een huis in de Doorniksesteenweg in Bellegem/Kooigem.
Door de crash kwam de munitie in het vliegtuig tot ontploffing en werd het huis volledig verwoest. Het ongeval heeft geleid tot de dood van één slachtoffer, Wim Delaere, die zich op dat moment in het huis bevond. De jongeman was aan het uitrusten na het einde van zijn examens.
Protest aangetekend bij de Sovjet-Unie
De Belgische autoriteiten hebben daarna officieel protest aangetekend bij de Sovjet-Unie. Ze hekelden het gebrek aan communicatie over het neerstortende vliegtuig en dat de Sovjet-autoriteiten niet hebben aangegeven of er nucleaire of chemische wapens in het vliegtuig aanwezig waren.
Toenmalig Sovjet-president, Michail Gorbatsjov, betuigde zijn medeleven aan de familie van het slachtoffer alsook aan de piloot van de MiG-23. Uiteindelijk heeft de USSR de schade vergoed aan België en de familie van het slachtoffer.