Club Brugge krijgt nieuwe omgevingsvergunning voor stadion: zo wil Vlaanderen de kans op slagen vergroten
Club Brugge krijgt zijn omgevingsvergunning voor een nieuw voetbalstadion op de Olympiasite. Vlaams minister van omgeving Zuhal Demir en Vlaams minister van Economie Jo Brouns hebben die vergunning maandagavond getekend.
Club Brugge mag met die omgevingsvergunning een stadion bouwen voor 40.000 supporters, naast het huidig Jan Breydelstadion. Een eerdere omgevingsvergunning was door de Raad voor Vergunningsbetwistingen vernietigd, op basis van de formulering over de lokale parkeerverordening van de stad.

De stad Brugge werkte die verordening bij, maar die is opnieuw voorlopig geschorst door de Raad van State. Maar Vlaams minister Demir wacht de uitspraak daar niet af: “Er is een zogenaamde ‘dubbelmotivatie’ in de vergunning opgenomen: dat houdt rekening met een definitieve vernietiging van die parkeerverordening, maar net zo goed op het feit dat ze overeind blijft. Zo kon de vergunning er nu toch snel komen.”
“Er komt een mobiliteitsplan om de buurt leefbaar te houden,” luidt het persbericht. Club Brugge moet zelf mee investeren in stedelijk groen, en de parking met 3.000 plaatsen openstellen als er geen wedstrijd is.
Er komt ook een klachtenpunt voor buurtbewoners, zodat Club Brugge en de stad Brugge snel kunnen ingrijpen bij klachten.
Reactie Vlaams ministers Zuhal Demir (N-VA) en Jo Brouns (cd&v)
“Dat de aanvraag voor dit nieuwe stadion op een groot draagvlak kan rekenen bij het lokale bestuur is duidelijk,” zegt Vlaams minister Zuhal Demir. “Maar bovenal kan het project voldoen aan alle wettelijke vereisten via deze omgevingsvergunning."
"Via de opgelegde randvoorwaarden kunnen we bovendien een goed evenwicht bewaken met de directe omgeving. Dat de Club mee investeert in stedelijk groen is een pluspunt en een belangrijke bijdrage in het kader van de klimaatverandering”.
“De bouw biedt ook een groot potentieel voor Vlaamse ondernemers om hun vakmanschap te tonen aan de wereld,” vult Vlaams minister van Economie Jo Brouns aan. “Vanuit de bevoegdheid economie houden we de impact op de buurt en de stad goed in de gaten."
"De handelsactiviteiten beperken zich tot een fanshop en bistro, er komt geen shoppingcentrum. Op die manier is er geen concurrentie voor de handelskern en is de druk op de buurt op niet-wedstrijddagen beperkt.”