Openbaar ministerie vraagt 1 jaar cel met uitstel voor burgemeester Moorslede, en een verbeurdverklaring
Je moet ingelogd zijn om gratis livestreams en video’s te kunnen bekijken.
Het openbaar ministerie eist een jaar cel met uitstel voor Ward Vergote, de burgemeester van Moorslede, wegens belangenneming.
Volgens het parket kocht de burgemeester een stuk landbouwgrond aan waarvan hij, door zijn functie, wist dat het duurdere industriegrond zou worden. Hij kon het later ook effectief veel duurder verkopen.
Naast een jaar cel met uitstel vraagt het Openbaar Ministerie ook 1.000 euro boete en de inbeslagname van 208.000 euro, de meerwaarde waarmee Vergote het stuk landbouwgrond verkocht. De familie die destijds eigenaar was, is burgerlijke partij. Zij kon in de periode van de verkoop nergens achterhalen dat de bestemming zou wijzigen naar duurdere industriegrond. Eline Vanfleteren, advocaat burgerlijke partijen: "Zij zijn zeer tevreden dat deze zaak ernstig genomen wordt door het Openbaar Ministerie. Wij dienen uiteraard nog de uitspraak van de rechter af te wachten."
Louter beleidsdocument
Iedereen wist wel dat de grond in het Structuurplan van 2007 mogelijks diende als uitbreiding voor één specifiek bedrijf, maar het had daar geen nood aan. Onder Vergote vergaderde het schepencollege over een wijziging naar algemene KMO-zone. Steven Ronse, advocaat burgemeester Ward Vergote: "Als men de gewestplanbestemming van een stuk grond wil veranderen bijvoorbeeld van landbouwgebied naar industriegrond dan heeft men een RUP nodig, een ruimtelijk uitvoeringsplan. Meneer Vergote was aanwezig toen het schepencollege het had over het Structuurplan, en het Structuurplan is een louter beleidsdocument."
Het was dus geen officieel plan waarop de burger zich kan beroepen. Ward Vergote: "Op een bepaald moment kregen wij bezoek van de deputatie. En daar gaven zij aan dat er misschien versneld zou kunnen overgegaan worden tot omvorming. Dan heb ik wel gepanikeerd omdat ik niet wou dat die grond werd omgezet naar ambachtelijke zone tijdens mijn burgemeesterschap."
En dus verkocht de burgemeester de grond. Op vandaag is het perceel nog steeds geen industriegrond. De burgemeester vraagt de vrijspraak. De rechter oordeelt op 19 december.