De Brugse stadsvesten zijn definitief beschermd als stadsgezicht.
Ze waren al voorlopig beschermd sinds 22 december 2014. Schepen van Ruimtelijke Ordening Franky Demon was vragende partij dat het verder recreatief gebruik van de vesten in de toekomst mogelijk bleef. Ook een eventuele bijkomende verharding van fietspaden, of aanleg van fietsoversteekplaatsen aan bepaalde kruispunten met de vesten moest bekeken worden door Onroerend Erfgoed Vlaanderen. “Ik stel vast dat waar mogelijk hier mee rekening werd gehouden in het definitieve beschermingsbesluit” zegt Franky Demon.
De stadsvesten zijn het dertiende beschermde stadsgezicht in Brugge en met hun 23 hectare vormen ze meteen ook het grootste stadsgezicht. De Brugse stadsvesten zijn een uniek geheel met een geschiedenis die teruggaat tot de 13de eeuw, wanneer in opdracht van de Franse koning Filips de Schone een tweede, ruimere verdedigingsgordel aangelegd werd. In hoofdzaak omvat de bescherming de groene promenade van de Vesten, dus het openbaar domein met alle aanwezige watergebonden erfgoed van bruggen, waterhuizen, sassen en stuwen op en nabij de vestinggrachten. Maar vooral ook het houtig erfgoed: tijdens de 19de en vroege 20ste-eeuwse plantsoenering van de stadsvesten werd immers een gevarieerde collectie aan solitaire bomen en bomengroepen aangeplant, waarvan sommige vandaag al de respectabele leeftijd van 160 jaar hebben bereikt. Ook een aantal publieke en private gebouwen op en langs de Vesten zijn opgenomen in dit stadsgezicht, met onder meer de stadspoorten, de molens, de water- en de poertoren en de rijke eenheidsbebouwing langs de Singel, de Guido Gezellelaan en de Hendrik Consciencelaan.
Taalfout opgemerkt?
Heb je een taal- of schrijffout opgemerkt in dit artikel?
