Amper 1 op 5 bushaltes is toegankelijk voor mensen met motorische beperking

In West-Vlaanderen is slechts een op de vijf bushaltes toegankelijk voor mensen met een motorische beperking. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Loes Vandromme opvroeg. "Het plan is om tegen 2030 minstens de helft van alle bushaltes in Vlaanderen toegankelijk te maken, daar zijn we met onze provincie nog lang niet."
Over de hele provincie West-Vlaanderen is 22 procent van de bushaltes toegankelijk voor personen met een motorische beperking, een derde mits assistentie. Al verschillen de aantallen per vervoerregio.
West-Vlaanderen telt vijf vervoersregio’s. In regio Oostende zijn de meest toegankelijke bushaltes. "Een derde is er toegankelijk voor mensen met een motorische beperking, bijna de helft als er assistentie is", zegt Loes Vandromme. De vervoersregio Midwest heeft het minst aantal toegankelijke bushaltes (15%).
Niet slechtste van de klas
In vergelijking met de rest van Vlaanderen doet West-Vlaanderen het relatief goed. In heel Vlaanderen is slechts 17,69 procent van alle bushaltes toegankelijk voor personen met een motorische beperking tegenover de West-Vlaamse 22,32 procent.
Wie voor welke bushalte verantwoordelijk is, hangt af van de weg waarlangs de halte gelegen is. "De lokale besturen zijn verantwoordelijk voor bushaltes langs gemeentelijke wegen. Langs gewestwegen zijn het de vervoersregio’s die beslissen", legt Vandromme uit. "Als we vaart willen maken, zal er meer samenwerking nodig zijn tussen De Lijn, de lokale besturen en de Vlaamse Overheid."