Tentoonstelling vertelt straffe, ongekende verhalen over de Amerikanen in Ieper tijdens WOI
In het In Flanders Fields Museum in Ieper schitteren sinds vandaag de Amerikaanse Stars en Stripes. De nieuwe tijdelijke tentoonstelling vertelt het verhaal van de Amerikaanse aanwezigheid in Vlaanderen tijdens de Eerste Wereldoorlog. En daarbij is er niet alleen aandacht voor hun militaire triomfen, maar ook voor de humanitaire hulp aan ‘poor little Belgium’.
Hoewel de Eerste Wereldoorlog al bijna drie jaar aan de gang was, verschijnen de Amerikanen pas in april 1917 op het strijdtoneel. Wat velen niet weten is dat dankzij hun komst de oorlog in z'n definitieve plooi valt.
"Het is fragmentair dat er informatie gedocumenteerd is. We proberen hier het verhaal te vertellen over de hulpverlening, maar ook over de vier Amerikaanse divisies die tijdens WOI in Vlaanderen hebben gestreden", vertelt Stephan Lodewyck, directeur van In Flanders Fields.
Een van de pronkstukken van de tentoonstelling is een geborduurde meelzak. De Amerikanen hebben destijds tonnen meel naar ons land verscheept. Om ervoor te zorgen dat ze niet in Duitse handen vielen, hadden ze een bijzondere tactiek. "Ze zorgden ervoor dat die naar scholen, kloosters of naaiateliers gingen om ze te bewerken met borduurwerkjes", legt wetenschappelijk medewerker van het IFFM Pieter Trogh uit.
'Doughboys'
Heel wat Amerikanen of 'Doughboys' werden de Vlaamse loopgraven ingestuurd. Daar zitten opvallend genoeg ook een aantal soldaten met een Belgisch paspoort tussen. "Vier zonen van de familie Vandenbrouck uit Sint-Niklaas hebben in het Belgisch leger gediend. Drie zonen en een dochter hebben in het Amerikaanse leger gediend. Alle acht hebben ze de oorlog overleefd, ongelofelijk", vertelt Pieter.
Het verhaal van de familie Vandenbrouck en andere straffe verhalen over de Amerikaanse 'Doughboys' kan je nog ontdekken tot 31 mei in het In Flanders Fields museum.
