Agressie in West-Vlaamse gemeenschapsinstellingen blijft hoog: vooral geweld tussen jongeren stijgt
De gemeenschapsinstellingen van De Zande in West-Vlaanderen kampen jaarlijks met een hoog aantal agressie-incidenten. Uit recente cijfers blijkt dat er in 2024 in totaal 263 gevallen van agressie werden geregistreerd.
De drie campussen van De Zande - Beernem, Ruiselede en Wingene - blijven geconfronteerd worden met geweldsincidenten. In Ruiselede werden vorig jaar 104 gevallen van agressie opgetekend, in Beernem 120 en in Wingene 39. Vooral fysieke agressie tussen jongeren stijgt: van 60 gevallen in 2022 naar 80 in 2024.
"We moeten jongeren leren omgaan met conflicten, zodat geweld niet de norm wordt."
Jongeren volgen in De Zande een traject om opnieuw te integreren in de samenleving. Vermijden van agressief gedrag is dan een belangrijke factor voor die re-integratie.
“Die jongeren keren uiteindelijk terug naar de samenleving. Daarom moeten we hen leren omgaan met conflicten, zodat geweld niet de norm wordt”, stelt Vlaams parlementslid Brecht Warnez (CD&V), die de problematiek aankaartte bij minister Gennez (Vooruit).
Politie-interventies systematisch geregistreerd
Sinds begin 2024 worden politie-interventies in de instellingen systematisch bijgehouden. In Beernem moest de politie al 19 keer ingrijpen, terwijl in Ruiselede en Wingene respectievelijk 1 en 2 oproepen gebeurden. Volgens Warnez is dit een belangrijke stap om de ernst van de situaties beter in kaart te brengen. “Maar het doel blijft om incidenten structureel te vermijden.”
Afdeling van De Zande in Wingene
Investeringen in veiligheid en begeleiding
Om geweld in te perken, zet onder meer het Agentschap opgroeien vooral in op opleiding, begeleiding en aangepaste infrastructuur. Personeel krijgt bijvoorbeeld bijkomende training om crisissituaties beter te hanteren en jongeren te begeleiden. Daarnaast wordt geïnvesteerd in prikkelarme en rustgevende omgevingen binnen de instellingen.
“Jongeren in de gemeenschapsinstellingen verdienen een veilige plek om opnieuw op het juiste spoor te komen. Tegelijk moeten we zorgen voor een veilige werkomgeving voor het personeel”, besluit Warnez.
