7 jaar na vergiftiging in Pulobar: parket wil dossier afsluiten, advocaat vraagt bijkomend onderzoek
Je moet ingelogd zijn om gratis livestreams en video’s te kunnen bekijken.
Het onderzoek naar de vrouw die zeven jaar geleden overleed nadat ze giftige wodka had gedronken in een zomerbar in Izegem, krijgt mogelijk toch nog een vervolg. Het slachtoffer bleek vergiftigd met methanol, al is de dader nooit gevonden. Methanol is een giftig bijproduct van alcoholische gisting.
Het parket wil de zaak afsluiten, maar daar gaan twee vrouwen niet mee akkoord. Ook zij hadden methanol in het bloed na een bezoek aan de zomerbar. Thomas Vandemeulebroucke, advocaat: “Zeven jaar geleden is het inderdaad zo dat mijn cliënt op uitstap was in de Pulobar. Zij heeft daar alcohol geserveerd gekregen, zij heeft die alcohol opgedronken, niet veel. Maar zij is daarna ziek geworden, is in het ziekenhuis beland, heeft twee weken in het ziekenhuis gelegen. Ze is er daarna doorgekomen, maar het was door het oog van de naald.”
"Niet akkoord"
Zoveel geluk had een vrouw van 29 niet. Zij overleed in het ziekenhuis, door een grote hoeveelheid methanol in haar wodka. Uit onderzoek bleek dat minstens één fles wodka in de Pulobar een te grote dosis methanol bevatte. Ging het om slecht gestookte alcohol of ging het om kwaad opzet? Na zeven jaar heeft het parket nog altijd geen dader gevonden, het wil de zaak afsluiten.
Thomas Vandemeulebroucke, advocaat: “We zijn daar uiteraard niet mee akkoord en vragen daarin bijkomend onderzoek waardoor de zaak is geschorst. Dat betekent dat het opnieuw aan de onderzoeksrechter is om te oordelen of die bijkomende onderzoeksdaden moeten worden uitgevoerd of niet. Als de onderzoeksrechter niet akkoord is dat die onderzoeksdaden nuttig zijn om de waarheid aan het licht te brengen, dan kan hij daarop negatief antwoorden. En dan is het aan het Hof van Beroep om te oordelen of wij gelijk hebben of de onderzoeksrechter.”
Sporen niet onderzocht
Volgens de advocaat zijn er belangrijke sporen die nog niet zijn onderzocht. Welke wil hij niet kwijt. Naast zijn cliënt is er ook nog een andere vrouw die zich pas zeven jaar na de feiten burgerlijke partij stelt. “Ik denk dat die mensen geconfronteerd zijn met het feit dat zij zeer veel geluk hebben gehad dat zij niet overleden zijn in die zaak, en daarom minder belang hechten aan hun eigenlijk burgerlijke partijstelling. Maar nu dat zij vaststellen dat de dader misschien straffeloos zal wegkomen, hebben zij beslist om zich toch burgerlijke partij te stellen. Wij zijn van oordeel dat wij dat dossier, gelet op de ernst ervan, niet kunnen laten rusten vooraleer elke steen is omgedraaid.”