Een deel van de amateurclubs die eerder al naar het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS) waren gestapt, omdat ze zich geschaad voelden na de beslissing om definitief een punt te zetten achter de competities, diende ook een klacht in bij de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA). Dat werd vrijdag bevestigd.
Een vijftiental amateurclubs - onder wie Wevelgem City, Ledegem en Vlamertinge - diende begin april een verzoekschrift in bij het BAS. Voor die clubs heeft de beslissing van de Belgische voetbalbond (KBVB) om de competities op 12 maart stop te zetten jammerlijke gevolgen. Op basis van dat reglement worden immers de stijgers en dalers aangeduid.
Verregaande gevolgen
Een aantal benadeelde ploegen vindt dat aan een onafgewerkte competitie ook geen sportieve gevolgen gekoppeld mogen worden. Clubs die nog een vijftal speeldagen hadden om het behoud te verzekeren, worden door de beslissing van de KBVB voor voldongen feiten gesteld en die hebben verregaande gevolgen.
De vijftien ploegen steunen het idee van een competitiestop, want de gezondheid primeert, maar vinden dat de KBVB het bondsreglement verkeerd interpreteert. Volgens hen zijn de competities niet afgewerkt, en mag het klassement dan ook niet bepalend zijn voor degradatie. De clubs verwijzen ook naar de financiële gevolgen van deze beslissing, die tijdens de coronacrisis nog extra zwaar doorwegen.
BAS wijst vorderingen af
Op 26 mei verschenen de vertegenwoordigers en raadslieden van de clubs voor het BAS, maar vrijdag raakte bekend dat het BAS hen ongelijk geeft. Intussen dienden de advocaten al een klacht in bij de BMA.
Taalfout opgemerkt?
Heb je een taal- of schrijffout opgemerkt in dit artikel?
