Zondagnamiddag trok naar jaarlijkse traditie de Boetprocessie door de straten van Veurne. De processie is al eeuwen een traditie in Veurne.
De weergoden waren Veurne dit jaar wel gunstig, na een uitgeregende editie van vorig jaar konden de toeschouwers zondagnamiddag de stoet beleven onder een stralende zon. Op de laatste zondag van juli trekken figuranten en boetelingen door het centrum van de stad.
Het centrale thema van de boetprocessie is het lijdensverhaal van Jezus Christus. In het begin komen scènes uit het Oude Testament. De figuranten brengen teksten waarin vaak vooruit gewezen wordt naar het verlossende lijden van Christus. Ook in de scènes uit het begin van het Nieuwe Testament is dit het geval. Het hoogtepunt is de uitbeelding van het lijden en de dood van Christus. Net als Christus dragen honderden boetelingen in de processie ook een kruis.
Eeuwenoude traditie
De Boetprocessie van Veurne gaat terug tot diep in de 17de eeuw. In 1637 richtte een monnik van de plaatselijke Sint-Niklaasabdij, de ‘Sodaliteit van de Gekruisigde Zaligmaker’ op. Deze lekenbroederschap organiseerde elk jaar de Vastenkruisweg.
In 1644 organiseerden de Veurnse Kapucijnen een processie om bescherming te vragen tegen pest en oorlog. Zo’n veertig leden van de ‘Sodaliteit’ namen deel aan deze processie. In 1646 nam de ‘Sodaliteit’ zelf het initiatief voor een boetprocessie. De boetelingen, gekleed in een ruwe bruine boetepij, droegen een zwaar kruis op hun schouders door de straten van Veurne.
De eerste beeldengroepen
Rond 1700 verschenen de eerste ‘beeldengroepen’, gedragen door boetelingen, terwijl bezinningsteksten, de ‘spraken’, luidop werden voorgedragen.
De processie werd daarna uitgebreid met meer bijbelse taferelen, zodat de huidige Boetprocessie op een volkse, levendige manier zowel het Oude als het Nieuwe Testament uitbeeldt.
