De dagenlang aanhoudende vorst met een laagje sneeuw zorgde dat in heel Europa massaal vogels warmere oorden wilden opzoeken. Normaal vinden die noordelijke soorten het in onze contreien prima, maar nu komen ze in de problemen.
Na een uiterst druk en complex 2020 met maar liefst 6175 dieren, keken de medewerkers van het Opvangcentrum Vogels en Wilde Dieren in Oostende uit naar een iets rustigere start van 2021. De voorbije week was echter het tegenovergestelde.
Vooral Houtsnippen krijgen het heel zwaar. Zij zoeken uitsluitend naar wormen en insecten die ze met hun lange snavel uit de bosbodem peuteren. Nu zitten ze uitgeput in elk bosje en vliegen dikwijls met hun laatste krachten ergens tegen een raam. Tot grote verwondering van de vele mensen die nog nooit zo’n vogel gezien hebben. Meer dan 60 werden er binnen gebracht op 1 week tijd.
Maar ook soorten als Watersnip, Koperwiek, Ijsvogel, enkele roofvogels, vleermuizen en zelfs een Ooievaar zijn uitgeput voor verzorging binnen gebracht. De tientallen Houtsnippen hebben, net zoals vele andere soorten een heel speciale voeding nodig. Elke dag wordt er per soort een specifieke menu opgemaakt met verschillende soorten leven en diepgevroren wormen, diverse types vlees en vis.
