Vrienden van slachtoffer geven toe dat hij ripdeal wilde plegen in Roeselare

Op het assisenproces tegen Sacha B. (22) hebben de vrienden van het slachtoffer verklaard dat hij een ripdeal wilde plegen op de beschuldigde. De kompanen bevestigen dat hij tijdens de feiten in Roeselare in het bezit was van een alarmpistool.
Volgens zijn kameraden was het slachtoffer uit Menen zelf geen druggebruiker of dealer. Een vriend vertelt: "Hij vroeg om iemand te rippen. Ik heb gezegd dat ik er een slecht gevoel bij had en dat ik niet wou meedoen."
Ook een andere kompaan werd gepolst in het kader van een mogelijke afpersing. "Ik heb gezegd dat ik geen zo'n dingen deed en dat ik geen problemen wilde. Ik wilde daarom liever geen contact meer met hem."
Alarmpistool
In de vooravond van 25 februari 2020 zaten beide getuigen met enkele vrienden naar een film te kijken toen het slachtoffer opdook. "Hij vroeg mij voor vervoer."
Pas in de wagen op weg naar het Geitepark begreep de vriend naar eigen zeggen dat er toch een ripdeal zou gepleegd worden. Hij kreeg toen ook voor het eerst het alarmpistool van het slachtoffer te zien. "Dat was een alarmwapen dat hij een paar dagen ervoor had gekocht in Roeselare", vertelt een van de getuigen, die toegaf dat hij toen instemde om deel te nemen aan de ripdeal.
Schot gelost
Ter plaatse was het de bedoeling dat de twee vrienden op de uitkijk zouden staan. "Het klopt dat hij zou fluiten als er iets misging. Ik wist dat het over cannabis ging en dat ik een deel van de buit zou pakken."
Een andere bleef uiteindelijk ook op een afstandje, omdat hij de beschuldigde had herkend. Toen een van de kompanen dat detail hoorde, liep hij naar eigen zeggen op de beschuldigde en het slachtoffer af. "Ik wou dat de ripdeal niet meer ging gebeuren. Ik wist dat de twee elkaar niet kenden en ik dacht dat ze begonnen te vechten. Ik zag een paar armen heen en weer gaan. En opeens hoorde ik een schot."
"Bang voor mijn leven"
Vervolgens zou een van de kompanen het alarmpistool van het slachtoffer in de struiken gegooid hebben. Later kwam hij het weer oppikken en verstopte hij het in zijn matras, maar dat bekende hij pas drie maanden later. De verdediging vroeg zich openlijk af waarom hij al die moeite deed.
Bovendien merkte meester Johan Platteau op dat de getuige eerder nooit over een gevecht vertelde. "Eén van mijn goeie vrienden is overleden. Ik weet niet hoe jij zou reageren als je in mijn plaats was. Ik was zelf bang voor mijn leven en voor mijn vriend die daar lag", reageerde de getuige.