Op de West-Vlaamse Molendag kon je vandaag de Oostmolen bezichtigen: een van de zeldzame molens waar er olie uit lijnzaad wordt geperst.
Dat is een hard labeur en ook de wind moet meewerken. Maar die blies krachtig genoeg en waaide bovendien ook nog uit de goeie hoek. Er zijn nog maar enkele van die ambachtelijke molens met een olieslagerij. “Het is een behoorlijk proces dat arbeidsintensief is”, zegt molenaar Benoit Delaere. “Er is niet altijd genoeg wind om de molen in werking te zetten en dit is ook een vuil werk.”
De olie van de Oostmolen is niet geschikt voor menselijke consumptie. Kunstschilders gebruiken het als basis om hun olieverf mee te maken en het is ook ideaal om je meubels mee in te wrijven. De molen is jaren geleden grondig gerestaureerd. En is dus gered voor de toekomst. Met nog zo’n 65 molens mag je West-Vlaanderen dé molenprovincie noemen
Intussen staat er iets verder nog een bijzondere molen op restauratie te wachten: de Meerlaanmolen dateert uit 1930 en is toen gebouwd om elektriciteit op te wekken. Of hoe Gistel toen zijn tijd ver vooruit was.