Na de insulinemoorden: woonzorgcentra springen nu beter om met medicatie
Sedert de zogenaamde insulinemoorden in een woonzorgcentrum in Oostrozebeke wordt er in woonzorgcentra beter omgesprongen met medicatie. Dat zegt de woordvoerder van Departement Zorg Joris Moonens op Radio 1.
Er is wel degelijk wat veranderd, blijkt uit gegevens van het Agentschap Zorg. ‘In 2022 zijn de woonzorgcentra beter omgesprongen met medicatie dan voor de insulinemoorden. Vorig jaar scoorden nog meer woonzorgcentra beter op meer punten’, zegt Joris Moonens van het Departement Zorg.
Regels zijn niet verscherpt
Na de zogenoemde insulinemoorden zijn de regels rond medicatie niet verscherpt, want die waren al erg streng, zegt Moonens. ‘Er zijn 14 stappen die nauwgezet moeten gevolgd en geregistreerd worden. Als dat correct gebeurt, vermijd je fouten. Het zou ook kwaad opzet moeten uitsluiten’. Het gaat over maatregelen bij de aankoop, het bewaren, het identificeren en het toedienen van medicatie. Moonens geeft toe dat dat allemaal veel tijd vergt en dat het niet evident is voor de WZC om dat allemaal te doen.
Woonzorgcentra krijgen in principe om de vier jaar inspectie. Als ze te laks omgaan met medicatie, krijgen ze vaker inspectie. Het departement kan WZC ook onder verhoogd toezicht plaatsen.
Insulinemoorden
Tussen eind november 2020 en begin 2021 zijn er in WZC Rozenberg in Oostrozebeke drie bewoners overleden nadat ze te veel insuline kregen toegediend. Zes andere bewoners overleefden een moordpoging met insuline. In februari vorig was er in datzelfde woonzorgcentrum nog een verdacht overlijden.