Jongeren willen weer strandredder worden
Het aantal inschrijvingen voor de opleiding 'Redder aan zee' van het West-Vlaams Opleidingscenrum voor Brandweer-, Reddings- en Ambulancediensten (WOBRA) stijgt opnieuw.
Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams minister van Toerisme Ben Weyts (N-VA) op een schriftelijke vraag van Vlaams parlementslid Ann Soete. Voor de periode 2017-2018 hebben zich 403 kandidaten ingeschreven, terwijl het aantal in de jaren voordien aanzienlijk was gedaald.
Het aantal nieuwe strandredders, dat dus geslaagd is voor de WOBRA-opleiding, was de voorbije jaren fors gedaald. In 2013-2014 waren het er nog 226, in 2015-2016 studeerden amper 186 redders af. In 2016-2017 waren het er opnieuw 200. Voor dit jaar zijn nog geen cijfers bekend. De dalende cijfers zijn ook terug te zien in het aantal kandidaat-redders dat zich voor de opleiding inschrijft. In 2012-2013 waren dat er nog 464, terwijl het er in 2015-2016 maar 352 waren. Voor dit jaar is het aantal opnieuw gestegen tot 403 kandidaten.
De gemeentebesturen van de kustgemeenten stellen de strandredders aan en zijn verantwoordelijk voor de verloning, maar de praktische organisatie is een verantwoordelijkheid van de Intercommunale Kustreddingsdienst West-Vlaanderen (IKWV). Om strandredder te kunnen worden, moeten kandidaten een examen afleggen. Dat wordt dan weer georganiseerd door het WOBRA. De kandidaten volgen een basisopleiding en leggen daarna een theoretisch examen af, enkele maanden later volgen een praktisch examen in een zwembad en een zwemproef in zee.
Voor de aangestelde strandredders zijn er in de zomermaanden zeezwemoefeningen voorzien, en ook de reanimatierichtlijnen worden nog eens opgefrist. Elke drie jaar is er een verplichte bijscholing, met een zwem- en EHBO-examen.
Het IKWV heeft jaarlijks ongeveer 1.500 strandredders nodig om alle reddingsposten van een voldoende aantal redders te voorzien. Vorige zomer waren er in alle badplaatsen voldoende kandidaten.