Een 31-jarige Oostendenaar heeft zich voor de Brugse strafrechter moeten verantwoorden voor een moordpoging op een celgenoot in de gevangenis van Brugge.
Het parket vorderde de internering, omdat de man recent al ontoerekeningsvatbaar werd verklaard in een ander dossier.
K.V. zat op 21 januari 2017 in voorhechtenis naar aanleiding van een gerechtelijk onderzoek in Kortrijk. Hij lag rustig te slapen op het stapelbed toen Joni C. met een glazen pot op zijn hoofd sloeg. Met een glasscherf begon de beklaagde zijn slachtoffer dan ook nog te steken. De burgerlijke partij vorderde een schadevergoeding van ruim 3.800 euro.
Rauwe gehaktballen
Joni C. werd in totaal al 18 keer veroordeeld voor diefstallen en drugsfeiten. Zo kreeg hij in mei 2018 nog een jaar cel voor het stelen van sterke drank, aftershave en eten. In het najaar van 2018 liep hij opnieuw meermaals tegen de lamp bij winkeldiefstallen. Vaak ging het om blikken bier, maar in de Carrefour in Oostende at hij ook eens twee rauwe gehaktballen. Toen de winkelbediende hem daarop wilde aanspreken, haalde C. een mes boven.
In dat dossier kwam een gerechtspsychiater tot de conclusie dat de beklaagde ontoerekeningsvatbaar is. Op basis van dat verslag werd hij op vrijdag 26 april door de raadkamer geïnterneerd. Het rapport van de psychiater werd ondertussen ook aan het dossier rond de moordpoging gevoegd. Het openbaar ministerie had oorspronkelijk de intentie om een strenge bestraffing te eisen, maar vorderde in die omstandigheden de internering. De verdediging en de beklaagde zelf kunnen zich daarin vinden.
De rechter doet uitspraak op 27 juni.