Emiel Planckaert provinciaal kampioen wielrennen
EFC-L&R-Van Mossel is de te kloppen ploeg op het provinciaal kampioenschap wielrennen in Tiegem. Maar het vertrek van Wim Feys, die al meer dan twintig jaar actief is als ploegleider is er opvallend.
'Ik was altijd gewend aan de familiale werksfeer, met aandacht voor de renner en voor de mens, en waar het er tegelijkertijd ook heel erg professioneel aan toeging. En dat mis ik nu wel. Ik ben ontgoocheld in hoe de ploeg de laatste maanden geleid wordt', aldus Wim Feys.
De Tiegemberg is de scherprechter in dit provinciaal kampioenschap. Het is ook daar dat het voor het eerst scheurt in het peloton, na vier van de elf rondes. In twee schuifjes ontstaat er een kopgroep met 28 renners. Vooraan is het vooral Basso, het team van de organisatie, dat bergen werk verzet.
Enkele namen uit die 28: Vier van EFC Inion, Nuyten, Vercouillie en Van Dycke, ex-Belgisch kampioen Jakov Beirlaen, Kuypers, Lannoo, Vanderbeke, en Jo Maes, ook al een ex-provinciaal kampioen, allemaal van Basso, en ooke en flinke delegatie van Decock-Van eyck-Van Mossel, met Vanoverberghe, Van Coppenaolle, en Emiel Planckaert. Zeven achtervolgers proberen nog de brug te slaan, maar pas op het einde komt er een groep bij de 28 koplopers.
Sterke Emiel Planckaert
Maar dan is het kalf al verdronken. Gerben Dewinter is de eerste die het probeert, maar het zijn deze twee die echt een kloof kunnen slaan: Michiel Nuytten, een Ardooienaar, van de Lead Out Acedemy, en Emiel Planckaert, de jongste telg uit de wielerfamilie.
Vanderbeke van het Basso team probeert nog naar de twee te springen, maar dan mondt uit in de bekende chasse patate. De twee vooraan zijn duidelijk de sterksten, zij rijden meer dan een minuut bijeen op een groep waar hun ploeggenoten de achtervolging lam leggen.
In een tweestrijd voorin is Emiel Planckaert duidelijk de sterkste. De voormalig eliterenner is blij met zijn zege: 'Ik droomde heel even van de algemene overwinning, maar eenmaal de sprint op gang kwam, voelde ik dat er niet meer zoveel inzat. Die provinciale titel komt er wel maar mooi bij, en het is heel leuk om nog eens een trui te hebben. Zeker na de afgelopen jaren.'