Je moet ingelogd zijn om gratis livestreams en video’s te kunnen bekijken.
Een voormalige arts van het AZ Sint-Jan in Brugge is voor het hof van beroep in Gent schuldig bevonden aan een medische fout bij de verwekking van een donorkind, in de jaren ‘80.
Hij zou een vrouw met donorzaad hebben bevrucht, terwijl afgesproken was dat hij het zaad van haar man zou gebruiken.
Het bedrog kwam in 2018 aan het licht toen het donorkind, inmiddels 39, zich aanmeldde bij een internationale DNA-databank. In de loop van 2018 liet de man via de site 'my Heritage' een DNA onderzoek uitvoeren om zijn familiestamboom te kennen. Bij dat onderzoek is gebleken dat er een grote overeenstemming (25 procent) was met het DNA van een andere persoon. Dergelijke overeenstemming wijst erop dat die andere persoon een halfbroer is.
De man nam contact op met die persoon, die verklaarde dat hij het biologische kind is van zijn vader, maar dat deze laatste spermadonor is geweest in het AZ St. Jan te Brugge. De man en zijn wettelijke vader lieten een vaderschapstest uitvoeren waaruit blijkt dat die laatste niet de biologische vader.
De ouders waren in 1982 naar een vruchtbaarheidsspecialist gestapt om te onderzoeken waarom een spontane zwangerschap uitbleef. Omdat de echtgenoot met verminderde vruchtbaarheid bleek te kampen, stelde de arts voor om kunstmatig te insemineren met zaad van de echtgenoot. De vrouw raakte zwanger en beviel in 1983 van een zoon.
Eerst onvoldoende bewijs
Zijn ouders waren daarom altijd in de veronderstelling dat het hun biologisch kind was. Het kind twijfelde echter en ging op onderzoek uit. In eerste aanleg vond de rechtbank onvoldoende bewijs dat er met het sperma was geknoeid.
In beroep oordeelde het hof echter anders en schrijft de inseminatie toe aan het onzorgvuldig handelen van de arts. "Die verwisseling/vermenging kan enkel zijn gebeurd door het onzorgvuldig handelen van (de arts) die het sperma van een andere man moet hebben gebruikt om (de vrouw) te insemineren", klinkt het in het arrest. Aan het donorkind kende de rechtbank 2.500 euro morele schadevergoeding toe, maar wijst een groter bedrag af als ongegrond. "Het feit dat de wettelijke vader/opvoedvader niet de biologische vader van (de man) lijkt te zijn, neemt niet weg dat (hij) zich ten aanzien van hem wel als vader heeft gedragen, voor hem heeft gezorgd. Hij heeft na de echtscheiding van zijn ouders een tijd bij (hem) gewoond en voor zijn onderhoud ingestaan. In die zin is het niet correct te zeggen dat hij geen vader of zijn kinderen geen grootvader meer hebben", oordeelt het hof verder.