Defensie start overheidsopdracht voor nieuwe mijnenbestrijdingsschepen
Vandaag heeft de Ministerraad haar goedkeuring gegeven voor de vervanging van de mijnenbestrijdingscapaciteit van de Belgische Marinecomponent.
Dit materieelverwervingsproject betreft voor de Belgische Marinecomponent zes volledig uitgeruste mijnenbestrijdingsschepen. Deze nieuwe schepen zullen het commando- en logistiek steunschip Godetia en de huidige mijnenjagers vervangen. De Nederlandse politieke besluitvorming komt pas aan de orde in het voorjaar. Daarna kan Nederland aansluiten bij de Belgische overheidsopdracht voor een identieke mijnenbestrijdingscapaciteit in het kader van de langlopende succesvolle Belgisch-Nederlandse Marinesamenwerking.
In de geglobaliseerde economie van vandaag en morgen is het beschermen van de maritieme aanvoerlijnen overal ter wereld van vitaal belang voor de belangrijke Belgische commerciële vloot en de zeehavens van Antwerpen, Brussel, Gent, Luik, Oostende en Zeebrugge. De nieuwe mijnenbestrijdingscapaciteit zal hoofdzakelijk ingezet worden in een NAVO- en EU-kader.
De nieuwe mijnenbestrijdingsschepen zullen buiten het mijnenveld opereren en zullen hun opdracht uitvoeren d.m.v. het inzetten van op afstand bediende drones. Hierdoor zal de nieuwe mijnenbestrijdingscapaciteit de huidige en toekomstige dreiging van zeemijnen en geïmproviseerde onderwaterexplosieven kunnen neutraliseren.
Ingebruikname in 2023
De ingebruikname van het eerste Belgische schip is voorzien in 2023. Steven Vandeput: “Met het opstarten van deze overheidsopdracht zetten we opnieuw een stap in de uitvoering van de strategische visie. De nieuwe vloot van 6 mijnenbestrijdingsschepen zal toonaangevend zijn in Europa én in de rest wereld en onze voortrekkersrol in de maritieme mijnenbestrijding bevestigen. Met deze schepen zullen we voldoende capaciteit hebben voor mijnenbestrijding in onze wateren als gelijktijdig voor een langdurige inzet in buitenlandse operaties. Het economisch belang van onze maritieme aanvoerlijnen en onze havens kan niet overschat worden.”