Nieuws

Belas­ting op twee­de­ver­blij­ven in veel kust­ge­meen­tes opgetrokken

Je moet ingelogd zijn om gratis livestreams en video’s te kunnen bekijken.

Heel wat kustgemeentes hebben opnieuw de belasting op tweedeverblijven opgetrokken, tot groot ongenoegen van de eigenaars. Die wijzen erop dat de badplaatsen hen nodig hebben voor het toerisme.

Sterkste stijger is Nieuwpoort. Net zoals in nog 4 andere badplaatsen betaal je daar nu meer dan 1.000 euro.

De vzw Tweres, een belangenvereniging, reageert misnoegd. Jos Dumortier, vzw Tweres: “Tweedeverblijvers aan de kust worden een beetje als melkkoeien beschouwd. Iedereen denkt dat tweedeverblijvers per definitie rijke mensen zijn. Wat wij vooral aanvechten is dat er een heel grote discrepantie is tussen de belastingen die de eigen inwoners betalen ten opzichte van de zeer grote bedragen die de tweedeverblijvers betalen.”

Enkel Zeebrugge en Blankenberge verhogen de tweede verblijfstaks niet. De badsteden die het meest verhogen zijn: Nieuwpoort, Oostende, De Panne en De Haan. Geert Vanden Broucke, burgemeester Nieuwpoort: “Wij moesten wel een inhaalbeweging doen. Want de kostprijs van alles wat met preventie te maken heeft, politie, brandweer, noem maar op, is ook gestegen voor de stad. Het is ook wel zo dat die appartementen elk jaar een stuk stijgen in waarde. Ook door ons beleid dat ervoor zorgt dat Nieuwpoort ‘the place to be’ is.”

Zelfs geen opcentiemen

Tweedeverblijvers zijn momenteel het duurst af in Koksijde, gevolgd door Oostende en Nieuwpoort. Dat de grote stijgingen er nu zijn, is volgens Tweres geen toeval. “De gemeenteraadsverkiezingen zijn in aantocht en men wil de eigen inwoners voor zich winnen. Men laat de gemeentekas vullen door de tweedeverblijvers die daar toch geen stemrecht hebben.”

In Koksijde, Knokke-Heist en De Panne betalen de eigen inwoners zelfs geen aanvullende personenbelasting. Op basis van het gelijkheidsbeginsel trokken tweedeverblijvers in het verleden al naar de rechter. Tweres helpt ook nu bij een kleine 1000 procedures tegen die kustgemeentes.

Kate Baert